der leden in zulke mate te hebben opge wekt dat het bezwaar des heeren Comelis- sen ongegrond zoude blijken'. Het laatste woord was voor Comelissen, die profetisch concludeerde: 'dat de tijd zou leeren of hij zoo heelemaal ongelijk had gehad'. De notulen zijn ondertekend door de com battanten H.A. Brass (president) en A. Cor- nelissen (secretaris)! Ondanks de stap naar de AVB leidde AFC een moeizaam bestaan. Op een ledenver gadering in september 1898 werd zelfs de onthutsende vraag gesteld of AFC nog wel zou moeten blijven bestaan! Met 12 stem men voor en slechts 1 tegen werd AFC gered. Ter aanmoediging bood de heer Horsting daarop een 'match-bal' aan. Drie seizoenen (van 1897 tot 1900) zou AFC uitkomen in de tweede klasse van de AVB. Aanvankelijk met heel weinig succes, maar van lieverlee ging het toch wat beter. AFC begon mee te tellen in de voetbalwe reld en werd buiten de competitie om ook nog uitgenodigd voor vriendschappelijke wedstrijden. Zoals op 30 april 1899 in Alk maar tegen Alcmaria Victrix; een wed strijd waarvan behalve de uitslag 2-0 zelfs de opstelling van AFC bewaard is geble ven: 'Swaab bewaakte als eunuch de maag delijkheid van het doel, hierin geholpen door Kruseman, Horsting, Bemhard, Brass en Hurrelbrinck, terwijl Van Eist, Van Ooy, Blickman, Elias en Scheepens de aan- valslinie vormden'. Het moet zowel in Alkmaar als in de trein een vrolijke boel geweest zijn: 'In de trein zongen wij ons heesch en stelden ons aan als gekken, om in Amsterdam als nette jongelui naar huis te gaan'. Maar ondanks alle vrolijkheid waren het jaren, waarin de roep om ledenwerving met regelmaat werd herhaald. In 'de kraamkamer van AFC' is het eerste terrein in het Willemspark nabij de Konin ginneweg al ter sprake gekomen. Van enige accommodatie was in de oertijd van het voetballen uiteraard nog geen sprake. Men verwisselde destijds net zo gemakke lijk van veld als nu van spijkerbroek. Waarschijnlijk is het aan dat gemak te wij ten, dat er weinig is vastgelegd - of be waard is gebleven - van de verhuizingen van AFC. Vast staat slechts waar AFC in de beginjaren heeft gespeeld en niet wan néér. In totaal heeft AFC gedurende 100 jaar 8 terreinlocaties gekend, waarvan de eerste 5 summier geweest zijn. Na het Willemspark trok AFC naar de Tol straat achter het raadhuis van Nieuwer- Amstel, waar nu het gemeente-archief van Amsterdam is gevestigd. Vandaar ver kaste AFC naar het Linnaeus IJsclubter- rein aan wat nu heet de Archimedesweg. Vervolgens speelde AFC in het gebied Weesperzijde/Omval op een terrein, dat de annalen is ingegaan onder de naam 'het moordhol'. Het vijfde terrein was gelegen bij boerderij Eykelenhof aan de Ringdijk. Van de volgende velden is meer bekend. Alhoewel 2 van die 3 locaties buiten de eerste kwart eeuw AFC vallen, worden die terreinen hier voor de volledigheid eveneens genoemd. In de - toenmalige gemeente - Water graafsmeer bij hoeve 'Goed Genoeg' van 1906 tot 1920, vanaf 4 december 1920 aan de Zuidelijke Wandelweg (noordzijde van de huidige ringweg zuid naast de begraaf plaats Buitenveldert) en vanaf 6 oktober 1962 op Sportpark 'Goed Genoeg' aan de De Boelelaan. De huisvesting aldaar staat nu al enige jaren om economische redenen ter discussie. Bezoekers van Sportpark Goed Genoeg nu: bedenkt dat eerlang deze schitterende accommodatie tot het verle den zal behoren... Terreinen De Watergraafmeerse politiemacht (inspecteur Biere en zijn twee dienders) liet zich in 1900 nog niet bijstaan door een peloton ME-ers, maar door padvinders. 25

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 27