'We zagen het niet meer zitten' AFC 150 JAAR Het is een eer om als het oudste lid van AFC (ja, ja, nog minder dan 3 jaar en ik word 100) gevraagd te worden om iets in dit boek te schrijven dat uitkomt ter gele genheid van het feit dat AFC 150 jaar ge leden is opgericht. Zowel toen AFC 50 jaar bestond als toen AFC 100 jaar bestond zijn er prachtige boeken verschenen om de ge schiedenis van onze vereniging te beschrij ven. En het is een goed initiatief geweest van het bestuur om bij dit 150-jarig be staan deze traditie voort te zetten. On danks het feit dat heden ten dage het niet meer gebruikelijk is om boeken te maken. Daarom is er ook een elektronische inter actieve versie beschikbaar gekomen op het AFC-net: De Schakel (toegankelijk via het password: salvangelder). In mijn 97 levensjaren heb ik op velerlei manieren met AFC te maken gekregen: als tegenstander (toen ik nog als keeper bij andere clubs speelde), als scheidsrechter (van de jeugd tot en met het eerste) en als speler (zowel in het veld als op doel). Lid werd ik zo'n 70 jaar geleden in het midden van de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Ik was net als scheidsrechter over gegaan van de zaterdag- naar de zondag competitie en ging keepen in het tweede zaterdagelftal (van de drie die er toen wa ren). De legendarische Cas Tromp (die tot op zijn 78e nog voor AFC uitkwam, een record dat alleen gebroken is door Appie Springer, die nog op zijn 83e door een scheidsrechter van het veld is gestuurd) was laatste man en ondanks goed spel ver loren we door een eigen goal die wedstrijd met 1-0. Na de wedstrijd was het heel ge zellig in de kleedkamer en in de kantine (voor de jongere lezers: een kleedkamer is een plek waar je vroeger met alle spelers naartoe ging om je dagelijkse kleding uit te trekken en je sportkleding aan te trekken en na de wedstrijd met zijn allen onder een vaak te koude douche stond om je schoon te wassen - tegenwoordig via de wet ver boden - en een kantine was vroeger de plek waar veel spelers naartoe gingen om een paar drankjes in te slaan en een paar spe lers naartoe gingen om veel drankjes in te slaan). Deze eerste wedstrijd bleek type rend te zijn voor datgene wat ik later in andere lagere seniorenelftallen meemaak te: gezellig, redelijk goed spel en verliezen. Direct na het beëindigen van mijn scheids- rechtersloopbaan in het begin van de tach tiger jaren van de vorige eeuw ging ik als veldspeler spelen in het twaalfde zondag team. Dat bleek een zogenaamd 'vrienden team' te zijn. En dat het een vriendenteam was bleek iedere zondag weer. Want na de zoveelste nederlaag brak er toch nooit ru zie uit. Langzamerhand belandde ik weer in het doel en geleidelijk kwam ik in hogere elf tallen terecht. In de periode 1983-1992 steeg ik van het 12e naar het 6e. Statis tisch gezien betekende dit dat ik kon ver wachten dat ik in 2002 (op mijn 55e) in het eerste zou debuteren. Zover is het niet ge komen, maar veel had het niet gescheeld. Want toen bij een bekerwedstrijd van AFC tegen Vitesse Kees Thomas geblesseerd uitviel moest de keeper van het vierde (Van Essen) invallen. En toen stonden er nog maar twee keepers tussen mij en het doel op het hoofdveld. Want daar ging het me om. Niet zozeer het spelen in het eer ste elftal, maar vooral om het zich legaal bevinden op het hoofdveld. Een veld, waar van de stadsdeelraad (en Van Gelder?) het liefst zou willen dat er nooit op gespeeld werd, zodat het er altijd prachtig zou blij ven uitzien. Achteraf gezien bleek het eind van de vo rige eeuw, zo rond de geweldige viering van het 100-jarig bestaan (er zijn nog men sen die enthousiast praten over de musical die vijftig jaar geleden in de stadsschouw burg werd opgevoerd), een cruciaal mo ment te zijn in de geschiedenis van AFC. Want zonder dat de meeste mensen het toen door hadden waren er zich toen aan het eind van de vorige eeuw een aantal grote veranderingen aan het voltrekken 1990- 1991 Een jaar vol spanning en emoties als gevolg van - natuurlijk weer - het eerste. Er waren voor de winterstop zoveel nederlagen dat velen rond de jaarwisseling het hoofdklasseschap niet meer zagen zitten. Maar ziet - het kwam op het laatst, op de tweede (mooie) Pinksterdag toch allemaal nog goed. In de slotwedstrijd tegen UVS werd de positie in de hoofdklasse veilig gesteld. Opmerkelijk feit dit jaar: voor het eerst ging de mr. Henne Boskamp Nobelprijs naar een vrouw: Jo Bonnet-de Berk voor haar vele verdiensten bij de verzending van de Schakel. Otto van Rijn nam afscheid als penningmeester van de Vereniging Sportpark Goed Genoeg en werd adviseur voor het leven. Nog een afscheid: Rein Akkerman legde na zes jaar de voorzitters hamer van de club neer. Rein senior - wie ziet hem in gedachten niet nog altijd 'ijsberen', vooral in het laatste kwartier van de wedstrijd?... 198

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 240