DE MOOISTE GOAL
Was het tegen TOS Actief 9Of
tegen RAP 6? De naam van de
tegenstander maakte ons weinig
uit; AFC 12, waarin ik meespeelde,
was doorgaans toch bij voorbaat
volstrekt kansloos - ondanks de
enorm hoeveelheid (te?)
geroutineerde krachten. Hoewel,
die zondagochtend was alles
anders. We hadden de kriebels.
Een voorgevoel dat er iets
bijzonders stond te gebeuren. De
omstandigheden waren dan ook
ideaal. We speelden thuis, op de
voor ons enig goede tijd I 3.00
uur), en op het voor ons enig
goede veld (voor het clubhuis).
Bovendien had het eerste ook een
Goed Genoeg-beurt en dat
betekende traditiegetrouw; veel
bebontjaste dames langs de lijn,
maar vooral achter de ramen!
Hoewel hobbeliger dan alle andere,
toch was veld I ons liever dan het
hoofdveld. Hier wist je dat wie in
het clubhuis even niet in zijn koffie
roerde öf naar zijn sherry tuurde,
automatisch jou stond te bekijken.
En dat het 'altijd wel meeviel'.
'Je wordt nooit zo oud als je eruit
ziet' was de minst inspirerende
variant in de reacties op je
gezwoeg. Vaker kreeg je een half
bewonderend: 'Je trekt die corners
nog aardig voor, opa'. Hoewel toen
ik wegens gebrek aan snelheid een
ziekenhuisbal niet binnen hield, ook
deze op te tekenen viel: 'Je ken
beter lulle dan lope!'. Maar die
bewuste zondag was er dus
vertrouwen. Dit werden 90
serieuze minuten. Je voelde het aan
de zorgvuldige manier waarop de
nouveau riche jongens in ons elftal
hun te dure auto's parkeerden. Aan
het feit dat in de kleedkamer niet
meer dan 5 sexistische grappen
werden verteld.
En iedereen begon opeens -
ondanks de aangename
temperatuur - zijn
onaantrekkelijke dijpartijen in te
smeren met allerhande onnut spul.
Was het een illusie of hing er meer
schoon ondergoed dan anders op
de haakjes? Bij het intrappen ging
ook pas de vierde bal over het hek
de sloot in. We hadden een echte
scheidsrechter (die bij elke door
ons aangevochten beslissing op
luide toon en met een duits accent
meldde dat hij gisteren nog
Borussia tegen de HSV had
gefloten...). Het werd een weinig
opwindende eerste helft.
Ruststand: 0-0. Alsof we wachtten
op meer publiek.
Bij het begin van de 2e helft stond
het in het clubgebouw zwart van de
mensen. Wij trapten af. Ik tikte de
bal met de zool van mijn
rechtervoet iets naar voren, in de
richting van onze enige, meestal
onbereikbare spits, maar zag tot
mijn verbazing dat die nog een paar
meter achter de middellijn stond. Ik
riep nog 'we zijn begonnnuuuuh!'
toen ie zijn aanloop al inzette. Er
was iets in zijn blik dat woede
verraadde. Of meer nog zag ik de
wat afwezige stand van de ogen van
een man op weg naar zijn
hoogtepunt. Hij stormde toe,
raakte wel het plastic leer vol en
net op het moment dat het halve
elftal zich wilde gaan beklagen over
alweer een staaltje van ongekend
egoïsme, zagen we wat er
gebeurde. De bal zeilde door de
lucht, over alles en iedereen heen.
Maar het doel leek-ie net niet te
halen. Tot een plotselinge
windvlaag het witte monster
meenam, 'm dat extra zetje gaf
waardoor de keeper van - was het
TOS of RAP? - zich volkomen
verkeek en de bal exact, maar dan
ook exact in de rechterbovenhoek
plofte.
Tientallen vuisten beukten op de
ramen, een gedempt vreugdegehuil
zorgde seconden lang voor een
onwerkelijke sfeer, ledereen
voelde getuige geweest te zijn van
de mooiste goal uit de rijke historie
van die verrukkelijke voetbalclub.
Een tel stond-ie als verstijfd na te
genieten. Toen spurtte de
goalgetter het veld af, rechtstreeks
richting kleedkamer. Onder het
clubhuis hield hij stil, zwaaide heel
even naar boven en vervolgde zijn
weg naar binnen.
Een logische gang. Dit was niet te
overtreffen. We moesten met 10
man verder, en hadden begrip.
Maar dat onze enige echte spits
daarna nooit meer deel uit zou
maken van onze vrienden ploeg, dat
besefte toen nog niemand. De
dinsdag na zijn onvergetelijke actie
stond hij in de krant: hij werd
assistent van Cruyff bij Barcelona.
Onze Tonnie.
Hij moet het al geweten hebben op
het mooiste moment uit zijn
voetbal leven...
Ivo Niehe
196