UNIEK RECORD VOOR JAN VAN DIJK
maar er gaat een hoop tijd in zitten.
Maar van een nederlaag van het
eerste heb ik geen slecht humeur.
Pffft, een dag later ben ik in een
ziekenhuis op bezoek bij een AFC-
er die in coma ligt. Daar word ik
wel verdrietig van'.
Over het imago van AFC zegt van
Dijk: 'Nog vaak hoor ik van spelers
van andere clubs dat je bij ons op
z'n minst bankdirecteur moet
wezen om lid te worden. Dat soort
onzin. Pertinent niet waar
natuurlijk. Het enige criterium van
ons is: voelt een speler zich binnen
AFC op z'n gemak? ledereen is
welkom. En als je het hier niet naar
je zin hebt - en dat maken wij dus
niet voor een speler uit - dan kun
je ook lid worden van elke andere
club. Ja, in het verleden was er wel
ballotage. Ik ben zelf, toen ik nog
secretaris was, voor
enquêtegesprekken bij adspirant-
leden thuis geweest. Voelde ik me
vaak opgelaten. Rare gesprekken
eigenlijk, hoewel ze ook bedoeld
waren om informatie over de club
te geven. Over contributie,
trainingstijden. Bij AFC, zeggen ze
weieens, gebeurt alles twintig jaar
later. Is lang zo geweest. Ik
herinner me dat een nieuw lid van
AFC werd weggestuurd omdat
men vond dat zijn haar te lang was.
Maakte de vader van die jongen
bezwaar tegen. Terecht. Die tijd
ligt achter ons. Of rugnummers.
Daar wilden conservatieve AFC-
ers, en die zijn er altijd geweest,
niet aan. Dat was not-done. Werd
als compromis gekozen voor
nummers, van die kleine, op de
shorts. Onleesbaar! Ook voorbij
gelukkig.
Het jaardiner werd vroeger
geopend met het zingen van het
Wilhelmus. Dat gebeurt nu niet
meer, is echt van een andere tijd.
Het AFC van nu is een moderne
amateurclub, maar wel één die
goede tradities wil behouden. Dat
shirt van ons. Dat moet natuurlijk,
zolang we dat kunnen blijven
opbrengen, reclamevrij blijven. Wij
en Barcelona hebben dat, zeg ik
altijd. En dat wij als bestuur een
uniform clubkostuum dragen bij
wedstrijden van het eerste elftal,
dat vind ik mooi. Ouderwets, vast
en zeker. Maar ik hou er van.'
Jan van Dijk bezig met één van zijn uitreikingen. Dit keer aan Ernst Seunke.
de bedoeling dat ik het dit keer ter
overbrugging zou doen. Voor een
jaar of zo. Maar mijn beoogde
opvolger. Kees Gehring, heeft me
gevraagd toch nog even aan te
blijven. 'Waarom ik voorzitter wil
zijn? Niemand maakt mij wijs dat-ie
zo'n functie als deze alléén in het
belang van AFC aanvaardt. Zonder
een fractie eigenbelang. Mijn belang
is niet materieel of maatschappelijk.
Het is trots. Dat is mijn belang. Mijn
vader was een oer-AFC-er, mijn
zoon is een AFC-er, en ik mag
voorzitter van deze club zijn. Trots.
hoor. Ik kwam er opeens achter,
toevallig. En eerlijk is eerlijk, daar
ben ik best trots op. Ik herinner me
nog dat ik vroeger als junior de
mensen van het bestuur niet eens
aan durfde te kijken, laat staan iets
durfde te zeggen.
Het verschil tussen mijn vader -
lang geleden ook AFC-bestuurder
- en mij is dat ik meer relativeer
dan hij. Als AFC verloor sliep-ie
slecht. Daar heb ik geen last van.
Om voorzitter van deze club te zijn
moet je er wel een beetje maf van
wezen. Niet om gewichtig te doen,
Jan van Dijk 193 Iis sinds 1991
voorzitter van AFC. Was dat
daarvoor ook al, van 1976 tot
1985. Van Dijk zal, bij de start van
het seizoen 1995-1996 de
voorzittershamer neerleggen. In de
wetenschap dat hij dan een uniek
record zal hebben geëvenaard.
'Waarom ik opnieuw voorzitter
geworden ben? Er moest in '91
iemand voorzitter worden, en het
bestuur was van mening dat er op
dat moment geen nieuwe kandidaat
was die aan de eisen kon voldoen.
Toen is er, zeg maar,
teruggegrepen op mij. Ik had het al
eens negen jaar gedaan en het was
Of noem het ijdelheid. Het doet me
wat', aldus Jan van Dijk.
Hij vervolgt: 'In 1943 werd ik lid, als
twaalfjarige. Veertig jaar lang heb ik
zelf gespeeld. Een redelijke
voetballer in de jeugdelftallen,
daarna vooral een voor-de-lol-
speler. Twaalf jaar lang ben ik
secretaris van de club geweest, vier
jaar vice-voorzitter. Weet je, als ik
straks de hamer overdraag aan een
opvolger heb ik alles bij elkaar dertig
jaar lang een bestuursfunctie binnen
de club gehad. Dat kan dan, in de
hele geschiedenis van AFC, maar
van twee mensen worden gezegd:
van de oprichter, Schaf Scheepens,
en mijzelf. Is niet mijn doel geweest
150