AFC, JE NEEMT ER WAT VAN MEE
'Het getal
zeven als
obsessie'
"87'! i
lillik 'J
AFC is een club van tradities, dat is be
kend. Maar wat betekent dat voor de le
den? Drie vragen aan drie van de bijna 200
Zilveren Ploegers aan de vooravond van
het 100-jarig bestaan.
Tim Timmerman (geb. 1950, lid sinds
1960), Hans Geusebroek (geb. 1940, lid
sinds 1961) en Cees den Braven (geb.
1935, lid sinds 1962) vertellen hun verhaal.
Tim: 'Mijn vader was een fervent AFC-er,
die ook bestuurlijk actief was. Ik ben offi
cieel lid vanaf mijn tiende, maar feitelijk
ben ik als AFC-er geboren. Mijn wieg
stond bij wijze van spreken in het clubhuis
aan de Zuidelijke Wandelweg, samen met
Edwin Geluk, Tonny Disselkoen, Donny
Quint en anderen ben ik bij AFC opge
groeid'.
Hans: 'Als jongetje van 10 wilde ik al lid
van AFC worden. Ik hielp de postbode en
in de straat diende bij de familie Hannema
de AFC Schakel bezorgd te worden. Dat
gebeurde ook wel, maar eerst las ik hem
stiekem zelf. Die Schakel was bijzonder,
anders dan de andere clubblaadjes die ik
ook in de bus deed en eerst las. Ik ging
ook vaak kijken op de Zuidelijke Wandel
weg. AFC trok mij, had iets speciaals. Van
mijn vader moest ik echter lid worden van
KBV, want AFC was geen club voor ons.
Mijn grootvader was kapper en dus lid van
KBV, hetgeen toen stond voor Kappers Be
drijfsvoetbal Vereniging.Veel later kwam
ik op mijn werk in contact met Johan de
Bie, die mij lid maakte. En ik vond op AFC
precies dat, waarom ik al lid had willen
worden op mijn tiende'.
Cees: 'Ik speelde bij Blauw Wit en had daar
geen vaste basisplaats meer. Ik wilde ech
ter het beste en via Piet Koekebakker, een
legendarische Blauw Witter en vriend van
de toenmalige AFC-trainer Gé van Dijk,
werd mijn aandacht gevestigd op AFC. Ik
heb er even over na moeten denken, maar
toen ik de stap maakte en bij AFC kwam,
was het alsof ik mijn pantoffels aantrok.
De verwachte heimwee naar Blauw Wit is
nooit gekomen. AFC daar voelde ik mij
meteen thuis en dat had alles te maken
met de mensen, die ik daar ontmoette'.
Tim: 'Absoluut, via AFC-ers ben ik in de
scheepvaartbranche terecht gekomen,
waarin ik nog steeds werkzaam ben en
mijn draai gevonden heb. Daarnaast heb
ik veel van mijn vrienden in AFC leren
kennen.
Toen ik 16 was overleed mijn vader. De
steun, die ik toen kreeg vanuit AFC, heeft
mijn levenswijze enorm positief beïn
vloed. Degenen, die dat deden, hadden
geen makkelijke aan mij, want ik was toen
een eigenwijs rotjongetje vanuit de rancu
ne die ik toen tegen het leven had. Als ik er
nu op terug kijk hebben die mensen fan
tastisch werk gedaan'.
Cees: 'In AFC heb ik de kanjers van het
m
iiït iWt m
J
Een uitzichtloze
winterstop kenmerkte
dit allermerkwaardigste
voetbalseizoen. Een
barre boze winter legde
vroegtijdig het
competitievoetbal aan
banden. Het zou na
maanden pas tot medio
maart duren voordat de
velden weer
bespeelbaar waren.
En hoe was de situatie
voor die vaak
uitzichtloze lange
winterstop? AFC was elf
keer in het veld geweest
en kwam tot het
schamele totaal van
zeven competitie-
punten. Nu is zeven ooit
een belangrijk getal
geweest voor de club;
denk maar aan de
zevende plaats bij het
bereiken van de
hoofdklasse in 1974.
Zeven is voor tal van
gelovigen ook een heilig
getal. Maar de zeven
punten in deze
ongekend lange strenge
winter van '78-79 werd
voor de AFC-ers een
obsessie. Want hoe zou
men overwinteren en
zou de schade aan het
eind van de race nog
l! kunnen worden
beperkt? Spanning en
irritatie dus met steeds
die gedachte aan zeven
sobere puntjes.
Wat was de motivatie om lid te worden?
Jullie zijn meer dan 30 jaar lid van AFC, heeft
dat invloed gehad op je maatschappelijke
ontwikkeling?
WW m M
m
148