ERNST SEUNKE:
516 KEER
IN EERSTE
TEAM
SMAAKMAKENDE SPELER
Welgeteld 516 keer werd zijn naam
vermeld op het wedstrijdformulier van het
eerste elftal. De naam: Ernst Seunke. Zijn
debuut bij de hoofdmacht maakte hij in
juni 1963 tijdens de nacompetitie om de
landstitel. Seunke en zijn makkers
speelden tegen De Valk voor zo'n
vierduizend toeschouwers.
Ernst Seunke zelf is niet onder de indruk
van dat aantal kijkers. Een van de
hoogtepunten in zijn kleurrijke
voetballoopbaan noemt hij de wedstrijd in
de zomer van 1972, toen hij met het
Nederlands studentenelftal onder leiding
van Thijs Libregts in Roemenië uitkwam
tegen het complete Roemeense nationale
A elftal, waarvan negen spelers twee jaar
tevoren hadden deelgenomen aan het
wereldkampioenschap. De desbetreffende
wedstrijd werd bijgewoond door maar
liefst twintigduizend toeschouwers en live
op de televisie uitgezonden.
De televisie zou ook in ander opzicht een
rol gaan spelen in het voetballeven van Ernst
Seunke, namelijk toen hem de
aanvoerdersband werd afgenomen nadat
hij op persoonlijke gronden niet aan een
bepaald programma wilde meewerken en
hem vervolgens niet werd toegestaan
daarop te reageren in het clubblad. Seunke
daarover: 'Ik vond met name de weigering
om mijn reactie in de Schakel te plaatsen in
feite onverteerbaar, omdat mij daarmede
het recht op een weerwoord, op de vrijheid
van meningsuiting werd ontnomen'.
Tenslotte een advies van Ernst Seunke in
de richting van de club, die hij ondanks
alles trouw is gebleven.
AFC zou naar zijn mening moeten
proberen: 'De aantrekkingskracht voor
potentiële spelers van het I e elftal te
blijven zoeken in de aankleding van het
'randgebeuren', zoals het aanbieden van
een etentje, een weekendje weg, een
trainingskamp op Tenerife, het
bemiddelen bij het vinden van een baan of
een huis en absoluut nooit in het betalen
van andere bedragen dan de maximaal
toegestane reiskostenvergoeding'. Dat
laatste is naar zijn mening zelfs al een stap
op de verkeerde weg: 'De
aantrekkingskracht voor de andere leden
van de vereniging moet bewaakt worden
door de oude sportieve en
fatsoensnormen te handhaven. Wie zich
niet in die normen kan vinden moet maar
weggaan', meent Seunke.