HET SIERAAD VAN EEN HUIS ZIJN
'Voor het
laatst Arol'
Zoals het met de meeste voetbalverenigin
gen het geval is geweest, is AFC ontstaan
uit het zich samenvoegen van een aantal
vrienden. Een stel jongens dat toevallig be
zeten was van het toentertijd nieuwer
wetse football. Iedere zaterdagmiddag
werd er bij een van de ouders van de jon
gens in de kelder vergaderd, waarbij een
omgekeerde wasmand dienst deed als be
stuurstafel. Zie daar, het clubhuis in zijn
meest primitieve vorm. Een beschutte
ruimte waar men kan discussiëren, zono
dig moet palaveren, even kan bijpraten, of
belangrijke beslissingen kan nemen, dit al
les te maken hebbende met het reilen en
zeilen van de club. Er was niets vreemds
aan de hand. Dit hoort bij de manier waar
op de mens zijn zaakjes organiseert. Mana
gement en het uitwisselen van informatie
zijn daarbij essentieel. In feite is het club
huis daarmee een bestuursgebouw, een
hoofdkantoor van een klein bedrijf, waar
speciale staffunctionarissen de financiën
in het oog houden, de personeelszaken be
hartigen of de administratie voeren.
Maar een clubhuis is veel meer dan dat. Bij
de oprichting van AFC was er niets. Geen
clubhuis, geen terrein, geen geld. Voor het
veld was men in eerste instantie aangewe
zen op een stukje van het aan de rand van
Amsterdam gelegen Willemspark, dat ui
teraard niet voorzag in kleed- of wasgele
genheid. Of het moet een boom en het
nabij gelegen vijvertje zijn geweest. Een
veld met enige accommodatie bleef heel
lang een luxe. Zoals bekend belandde
AFC na vele omzwervingen uiteindelijk
bij een Watergraafsmeerse boerderij ge
naamd 'Goed Genoeg'. Het veld was er
dan wel, omkleden en wassen bleef behel
pen. En na de wedstrijden, wanneer de ke
len gezalfd moesten worden en er nog
werd nagepraat over de wedstrijd, of er iets
te vieren was, zocht men zijn heil bij di
verse eet- en dranklokalen in de stad. De
oudere AFC-ers herinneren zich nog Eg-
gers, 't Rechthuis, de Oude en Nieuwe
Karseboom, d'IJsbreker en tal van andere
gelegenheden, die recht deden aan het feit
dat de F van AFC meer voor Fuif dan voor
Football stond. Er bestaan overigens nog
steeds clubs die zich verlaten op het dorps
café als verzamel- en ontmoetingspunt.
Clubs die niet over de financiële middelen
beschikken om zelf een dergelijke facili
teit er op na te houden. Het café was tot
clubhuis geworden. De sociale functie van
het café paste natuurlijk uitstekend bij de
gedachte dat men niet alleen voor de sport
lid was van AFC, maar ook voor de gezel
ligheid en de sociale contacten. Echter,
nog steeds spreekt AFC niet van zijn kan
tine, maar van zijn Sociëteit. Dat klinkt
Een staartje van de
jubileumviering van het
vorige seizoen, maar nog
wel in het feestjaar 1970:
het (laatste) AROL-
toernooi in september.
Alles was er aan gedaan
om deze goede, jaarlijks
terugkerende traditie te
behouden, maar alle
verwachtingen ten spijt
gebeurde wat werd
gevreesd: de
belangstelling voor het
aansprekende
evenement daalde tot
het nulpunt. Wat een
flonkerende afsluiting
had moeten worden
werd een flop en daarom
werd het voor de AROL-
historie: over en sluiten.
Neptunus nam de
wisseltrofee mee naar
Rotterdam en daar staat
zij voor altijd in de
prijzenkast.
Sportief gezien geen
seizoen om over naar
huis te schrijven. De
neergaande lijn van het
seizoen 1969- 1970
zette zich voort,
degradatiespoken rond
het eerste en tweede,
maar een tijdig herstel na
de winter, dus weg
spoken. Een nieuwe
'dochter' zag het
levenslicht, de tennisclub
ATC als nieuw lid van de
stichting. Binnen een jaar
was er een fraai park met
drie banen; het kind kon
groeien.
I 14