lois (én Euro Disney) bij Parijs om zeer eer vol tweede te worden op een sterk bezet toernooi en ook de C3 eindigde als tweede, op een toernooi in het Belgische Hasselt. De Al speelde tegelijkertijd in Noord- Frankrijk een toernooi, terwijl de A2 en BI zich, en niet voor het eerst, op initiatief van Dick Bakker, op Vlieland vermaakten. Nog even en we kunnen AFC met een knipoog naar onze zustervereniging ATC omdopen in Amsterdamsche Touring Club. Of de AKC, want gekampeerd is er ook regelmatig. Hoewel niet over de grens is het kampeerfeest van de Dl mei 1992 in de tuinen van Soestdijlc vermeldenswaard, al was het alleen maar om die schitterende AFC-tent, waar de leiders Dick Huisman en Bart Nieuwenhuys na het opzetten en kele kilo's lichter van zijn geworden. Internationale contacten: ze zullen in de toekomst steeds belangrijker en als het goed is talrijker worden. Dat zal ook in houden dat er ook vaker dan in het verle den buitenlandse teams ontvangen dienen te worden. Het verblijf van de Mossley Ju nior Club uit Liverpool, welke vereniging met twee elftallen enkele dagen in 1991 te gast was bij AFC, was in ieder geval een geslaagde opmaat naar meer contacten met verenigingen uit het buitenland. Zoals al eerder aangegeven is in de laatste jaren sprake van een structurele verjon ging van het ledenbestand bij de jeugd. Deze meer algemene ontwikkeling, waar bij het aantal jong junioren toeneemt en het aantal junioren stabiliseert (zoals o.a. bij AFC) of afneemt (zoals bij de meeste Amsterdamse verenigingen) brengt voor de toekomst problemen met zich mee. Een beetje overdreven gesteld dreigt het voetbal te 'veramerikaniseren'. Op jongere leeftijd wordt in de V.S. veel soccer ge speeld, maar iets ouder verflauwt de aan dacht en richt men zich op andere sporten. Door een gebrek aan junioren zal, als deze trend zich doorzet, op termijn het senio renbestand drastisch worden uitgedund en kan er een situatie zoals in de V.S. ont staan. De stelling 'wie de jeugd heeft de toekomst' zou dus nu eigenlijk moeten luiden: 'wie de oudere jeugd heeft én vast houdt heeft de toekomst'. Wat te doen? Meer van dit, meer van dat of misschien nog eens grondig nadenken over de achterliggende oorzaken? Ik pleit voor het laatste. De opdracht zou kunnen, misschien wel moeten luiden: hoe speel je het best in op wat de jeugd zélf wil, gege ven het proces van individualisering, het wegvallen van traditionele keuzes (papa voetballer, zoonlief ook) en de overkill aan keuzemogelijkheden. Een mission im possible? Naar mijn idee niet. De jongeren worden in deze tijd geconfronteerd met een samenleving, die sterk verzakelijkt is ZOMER 1993 - 11e JAAROANQ NO. 2 Het speciale Vlieland-bulletin met AFC op de kaft. De toekomst: gepast optimisme

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 114