ters. Na Martin Hulskes, die in het seizoen 1970-71 de voorzittershamer hanteerde, kwamen Fred Denker (1971-1974), Bep Bonnet (1975-1977), Dick van der Klaauw (1978-1986), zelf dus ook een echte stayer, Marcel Koster (1987-1990) en Machiel van der Woude (1991-1995). De drie laatstge noemde voorzitters hadden ook zitting in het verenigingsbestuur, een dubbele ver antwoordelijkheid. De continuïteit in sa menstelling van de jeugdcommissie werd naast de al eerder genoemde leden Jan Be- noni, Cees Jochems en Chris Schroder de afgelopen 25 jaar mede 'belichaamd' door Theo Boonstra, die voor zijn vele verdien sten voor AFC tijdens het jaardiner dit jaar in januari de Mr. Henne Boskamp Nobel prijs kreeg uitgereikt. Voorts André Brok man, Dick Gallenkamp, Bert Overdiek, Henk Veenhuis en Hans van Zweden, die ieder 5 of meer jaar op bijzondere wijze invulling hebben gegeven aan hun lid maatschap van de jeugdcommissie. Een belangrijke taak van de jeugdcommis sie betreft de organisatie van de 'eigen' toernooien. In feite zijn er in de loop der tijd steeds meer bijgekomen. Waren er in de zeventiger jaren 'slechts' het Wim Büc- kert-toemooi voor de jong junioren, het Harry Scheepstra-toernooi en het Henk Kappelhoff-toernooi voor de junioren, waarvoor sterke verenigingen werden uit genodigd, in de periode daarna worden ook grote onderlinge evenementen/toernooien georganiseerd, t.w. de herfstdrie- later tweedaagse (1986), Mini WK (vanaf 1990) en de Be Friends Cup (vanaf 1992). Vele AFC-ers, jong en oud, zullen aan bovenge noemde zes toernooien mooie herinnerin gen bewaren. Bijvoorbeeld aan het gewel dig door Piet Pas en Anco v.d. Sluys georganiseerde Harry Scheepstra-toernooi, waar o.a. het bij AFC-gezinnen onderge brachte P.W. en Enschedese Boys aan deel namen. Voor een volle overdekte tribune wist AFC de toernooizege veilig te stellen AFC-jeugd in groten getale verenigd, vormen het woord 'AFC-Herfst-2-daagse 1992'. Theo Boonstra, in het jubileumjaar winnaar van de Mr. Henne Boskamp Nobelprijs.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 110