DICK VAN DER KLAAUW: "WE HEBBEN EEN BLOEIENDE JEUGDAFDELING" Jeugdcommissie-voorzitter Dick van der Klaauw meent dat het heel juist is dat zijn club AFC de ogen op de toekomst gericht heeft. "Natuur lijk", zegt hij, "mogen we niet ver geten wat velen in de afgelopen 90 jaar voor de club hebben betekend, maar de positieve blik op de toe komst mag hierdoor beslist niet ver loren gaan". Van der Klaauw, zo bijna tien jaar voorzitter van AFC's jeugdcommissie, is niet ontevreden over de gang van zaken rond de onder zijn commissie resorterende jeugdafdeling. Hij vertelt: "Neem het leiderschap van de jeugdelftallen. Vroeger werd zo'n baantje altijd waargenomen door een va der van een speler uit het bewuste team. Dat gaf wel eens problemen, enerzijds omdat de vader zijn zoon misschien wat voortrok, anderzijds ook omdat de vader zijn zoon on bewust benadeelde, omdat het zijn kind was. Logisch dat zo'n jongen dan in opstand kwam. Nu is er bijna geen elf tal meer, waarvan de leider de vader is van één van de spe lers. Een ideale situatie". Sociaal kontakt Van der Klaauw heeft zijn beide ogen ook open voor de verandering der tijden. Hij zegt in dit verband: "Je kunt nu niet meer, zoals vroeger zeker wel gebeurde, je als leider of als lid van de jeugdcommissie diktatoriaal opstellen. Je kunt niet meer zo maar een speler uit een wedstrijd houden, zon der hem toch wel uit te leggen over het waarom van je be slissing. De jonge mensen van vandaag de dag willen met je diskussiëren, ze willen ook hun mening naar voren brengen. Je kunt daarvoor je ogen niet sluiten, omdat het in de geest van de tijd zit, dat autoriteit optreden niet geaccepteerd wordt". In dit verband juicht Dick van der Klaauw het wel grotere sociale kontakt toe, dat leiders en jeugdcommissie hebben met de spelers. "We doen hierdoor zelfs aan enige opvoeding", zegt hij. "Het gebeurt heus wel dat een ouder naar ons toekomt om ons te vertellen dat er met zoonlief geen land te bezeilen is. Niet sporadisch komt dat omdat de jongen uit een team is gezet en in een lager elftal moet spe len. Zoiets kan enorm hard aankomen en het humeur van zo'n jongen danig aantasten. Wat doen we dan? We gaan met hem om de tafel zitten, niet als meester en leerling, maar als twee gabbers. We hebben een goed gesprek en spre ken af dat elk zijn best zal doen. De jongen om weer beter te gaan spelen, de leider om er voor te zorgen dat hij die verbetering waarneemt." Gegoede stand "AFC een elitaire club?" Van der Klaauw pleit echt niet voor de sportvereniging, waarin uitsluitend jongetjes van zeer gegoede stand mogen spelen. Wel meent hij dat het voor het aanzien van AFC beslist geen kwaad kan, dat velen een beetje tegen de club opkijken. Hij zegt: "Is het geen za lig idee dat tegenstanders vóór de wedstrijd in de kleedka mer van hun trainer te horen krijgen, dat men die kapsones- club wel even gaat pakken? Ik pleit dan ook voor een zeke re vorm van ballotage. Niet op maatschappelijke afkomst, maar wel om te kijken of zo'n kandidaatlid zich wel echt gelukkig gaat voelen in AFC. Je hebt nu eenmaal verschil lende milieus, waarvan de één niet slechter of beter is dan de andere, maar die wel degelijk verschillen". Fijne mensen AFC's jeugdcommissie-voorzitter, die zegt met enorm fijne mensen in zijn commissie en als jeugdleiders samen te wer ken, benadrukt dat AFC voor het jeugdbeleid heeft geko zen, dat de teams in een zo sterk mogelijke klasse spelen. Hij vertelt: "Niet in een lagere klas en met tien-nul winnen. Daar koop je niets voor. Liever met de hakken over de sloot na een gelijk opgaand duel met 3-2 de winst opstrijken". Over doorstroming van eigen jeugdspelers naar het eerste se niorenelftal zegt Van der Klaauw dat hij met voldoening konstateert dat toch heel wat jeugdspelers in één van de eer ste drie seniorenteams terechtkomen. "Maar vergeet niet", aldus Dick van der Klaauw, "dat er een enorm groot ver schil zit tussen hoofdklasse en de eerste klasse. Met andere woorden: in een club, waarvan het eerste team in de eerste klasse speelt, gaat die doorstroming heel wat sneller. Daar bij komt, dat erg talentvolle jeugdspelers van AFC door clubs als Ajax worden aangetrokken. Zo zijn we ook een beetje kweekvijver voor het betaalde voetbal." Dick van der Klaauw tenslotte: "We behoren tot de groot ste jeugdafdelingen van het Amsterdamse distrikt, we heb ben een bloeiende jeugdafdeling met fijne leiders en vier goed werkende betaalde jeugdtrainers. Ik ben er werkelijk trots op van AFC lid te mogen zijn en in een funktie aktief te kunnen zijn". Hans de Bie 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1985 | | pagina 6