f '■- D4 JUNIOREN: VEERTIEN HEERTJES D3: Rudy Polak (leider), Amer Khan, Gianluca de Santis, Denny Andringa, Pelle Tuinenburg, Yves Zurel, Guy van Moppes. 2e rij: Steven Schot- te, Tijs Klaren, Dennis Kriger, Jeroen Schooten, Sander Jonen, Eron Polak, Justin Vosfeld (inzet). D4, ook wel het schaduwelftal van Senioren 12 genoemd, bestaat uit 14 heertjes, die er elke week een waar feest van maken. Een half uur voor de aanvang is iedereen in de kleedkamer aanwezig, de leider moet dan ook niet probe ren één minuut te laat te komen, want dan wordt hij getrak teerd op een enorm gejoel. Voordat de opstelling bekend is zijn er iedere week 2 keepers, 5 midden-middens en 7 spit sen, welk een weelde! Wissel wil niemand staan, dus spelen we iedere wedstrijd met 14 man. Hoe we dat doen moet u maar komen aanschouwen. Het elftal heeft een grote aanhang van familieleden en aan verwante artikelen, die zich nergens mee mogen bemoeien en tevens bij de heren in de kleedkamer ongewenst zijn. Alléén de vaste assistenten zijn daar welkom. Wie er sinds kort ook binnen mogen zijn: de twee heren mascottes, die het elftal bij hun wedstrijden vergezellen. Ik stel de heren nu aan u voor: Keeper Steven van Loggem die zijn doel altijd dichtspijkert, tweede keeper en tevens linkerspits Marc van de Valk, ook een klassekeeper maar volgens de regels mag er maar één in het doel. De achterspelers: Rutger Foppen, de altijd goedgemutste, stijlvolle verdediger. Olivier Roosenschoon, als je hem pas seert kom je hem weer tegen (het lijkt zijn vader wel). Ynti Ringe, onpasseerbaar als libero, de meest lakonieke speler van het elftal. Brammetje, zeg maar Bram Cornelisse, de kleinste maar meest constante man van het team. De middenvelders: Micha Noot, 'als' hij zich inzet is hij niet te houden, heeft ook veel aandacht voor het publiek. Mark Thomas, zegt nooit iets te willen, maar doet alles wat ge vraagd wordt, een komisch nummer is het. Marco van Kam pen heeft veel energie en wil het liefst met de bal aan de voet gekleefd het doel van de tegenpartij binnenlopen. Thijs v.d. Graas, een speler met bescheiden talenten, maar wel met de meeste energie in het team; de andere spelers nemen hier dan ook een voorbeeld aan. En dan de voorhoede: Mare Sweyd, een enorme technicus maar jammergenoeg heel vaak verliefd op de bal. Dimitri Rosenbaum, het talent voor de toekomst met onnavolgbare schijnbewegingen. Tobias Frisch, de laatste aankoop van het elftal, een hard schot in de benen en gevoel voor humor. En als laatste me meest bewerkelijke speler van het team: Yo- ram Cyclik, moet voor de wedstrijd altijd even kickboxen, wil altijd aanvoerder zijn, laat altijd zijn veters vastmaken maar sinds kort doet hij dat ook zelf en komt altijd als laat ste vanonder de douche, mits zijn opa er is En wie is dan wel de aanvoerder? Dat zijn ze allemaal (om de beurt). Marcel Koster 25

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1985 | | pagina 27