Ten aanzien van onze voetbal-verrichtingen was het tweede gedeelte van de dertiger jaren belangrijk beter dan in het voorafgaande decennium, toen ons eerste elftal van de 1ste, via de overgangsklas naar onderaan in de 2de klas was afgezakt. Bij gebrek aan beter weinigen durfden het meer aan werd ik tot medelid van de elftal-commissie gebombardeerd. Er was geen geld voor een betaalde trainer en mij werd verzocht enige tijd als oefen- meester op te treden, al was het alleen maar om de training enigszins orde lijk te laten verlopen. Ik stak mijn licht op bij trainers van de grote Amster damse clubs, waar ik op hun trainingsavonden af en toe om een hoekje ging kijken. Het verliep allemaal vrij bevredigend, niet in het minst door de gewel dige medewerking, die ik van onze eigen spelers had. Gewezen werd ik op de wenselijkheid mij ook in massage te bekwamen, doch daarvoor heb ik maar gepast. Later hebben wij weer betaalde oefenmeesters kunnen enga geren, zelfs Engelse trainers met reputatie. Dit was mogelijk voornamelijk door vrijwillige bijdragen, zij het dan als regel van dezelfde leden. Ook al doordat wij allengs beter in ons spelersmateriaal waren komen te zitten, kon de competitie 1938/1939 als volgt worden afgesloten: A.F.C. I als no. twee Een goede A.R.O.L.-ploeg met Tony Knopper, Gerard Struijs, Wim Dijkhuis, Roel van Nek, Nic. Neseker, Daan Ellens, Charles Lungen, Karei Nesenberend, Daan Uiterwijk, Gé Burger. 73

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 81