er zeer van onder de indruk. Ajax, ook toen kampioen van Nederland, had
zich bereid verklaard de daarop volgende zondag, 20 januari, bij ons de
jubileum-wedstrijd te spelen. Zij kwamen met hun volledig eerste elftal.
Wij verloren met niet minder dan 71, maar er bleef voor ons doen een
behoorlijke recette over. Na de wedstrijd hielden wij in Apollo een ,,Thé-
dansant". Zo was het althans aangekondigd. Het was er stampvol, ondanks
ver doorgevoerde controle. Vele bevriende verenigingen kwamen met
officials plus dames en cadeaus. Het waren allemaal aardige mensen en er
werd ruim geconsumeerd. Opnieuw viel op dat Hollanders geen uitge
sproken theedrinkers zijn en de stemming steeg ten top. In de vooravond
kwam het elftal van H.F.C. nog even bij ons aanwippen, om te bekomen
van de nederlaag in Rotterdam tegen Feyenoord. Het kwam goed van pas
dat de zaal om één uur ontruimd moest zijn. De kosten vielen wat tegen
maar van de recette van die middag was nog wel wat overgebleven.
Aangezien de door mij te behandelen periode lang geleden is, heb ik ge
tracht een bruikbaar geheugen-steuntje te vinden in Schakel-afleveringen
uit die tijd, die mij ter doorbladering beschikbaar werden gesteld. Het bleek
echter dat het belangrijkste reeds in ons 50-jarig jubileumboek aan de ver
getelheid was ontrukt. Wel kwam ik herhaaldelijk de vermelding van hoge
kosten tegen, die de verzorging van onze terreinen en het in stand houden
van de houten opstallen met zich meebrachten. In dit verband zij vermeld
dat wij tot mateloze ergernis van onze toenmalige terrein-commissaris er een
paard een ondier noemde hij het op nahielden, dat er niet bepaald aan
meewerkte de kosten een beter aanzien te geven. Hans, zo heette het paard,
diende om de rol voort te bewegen, maar dat was geen full-time job. Ledig
heid is des duivels oorkussen. Bij ons paard ontaardde het niets doen in een
ongebreidelde dartelheid, met het gevolg dat zijn weidegrond, ons derde
veld, op vele plaatsen de toets van vergelijking met een omgeploegde akker
gevoeglijk kon doorstaan. In tegenstelling met een mol maakt een met gra
ven behept paard kuilen, reuze kuilen. Het was misschien leuk voor onze
plaggen-leverancier, maar minder prettig voor de clubkas. Een hek behoefde
maar even open te staan en Hans begaf zich in vliegende galop naar de an
dere nog niet door hem bewerkte velden, om daar zijn vernielzucht te gaan
botvieren. Gelukkig kon hij vaak intijds weggejaagd worden, aldus weinig
kans krijgende ook het hoofdterrein in behandeling te nemen. Zet hem vast
aan een lange lijn met een pen in de grond raadde iemand aan, doch daarmee
ging men de verwoesting niet tegen. Integendeel, we zouden dan een meer
71