Tot zover de historie van onze gouden jaren, die vooral gouden jaren waren
voor onze verdediging: Börnemann - Dekkerof Doets - Vis. De cijfers bewijzen
het: kampioen 1917-1918: 16 goals tegen na 22 wedstrijden. Kampioen 1918-
1919: 16 goals tegen na 20 wedstrijden. En nu het mooiste: halverwege de
competitie om het kampioenschap van Nederland (dus na Ajax, Go Ahead, Be
Quick Gr. en N.A.C. elk één keer te hebben ontmoet) één ja, U leest het
goed, één goal tegen.
Van die defensie was J. G. (Jo) Börnemann door iedereen „Borrie" ge
noemd de beste keeper, die A.F.C. en de populairste keeper, die Amster
dam ooit heeft gehad. Hij had alles mee om bij het grote publiek populair
te zijn: ,,beau gargon", tot in de puntjes verzorgd, prachtige stijl en amateur
tot in de toppen van zijn vingers.
„Borrie" moet er nu, een halve eeuw later, in zijn gezellige flat aan de Wie
lingenstraat wel een beetje om glimlachen. ,,lk was zó'n barre amateur
dat ik de gouden manchetknopen, die de spelers van het eerste elftal kregen
bij het kampioenschap in 1918 tien jaar in mijn la heb laten liggen want
ik vond dat cadeau véél te duur voor een amateur!"
,,ls het waar dat je in het Nederlands Elftal zou zijn gekozen, als Just Göbel
je niet in de weg had gestaan?"
A.F.C. KAMPIOEN 1B
Staande (van links naar rechts):
Wim Welsch, Jo Huyer, David Huyer,
Arend Vis, Piet Bos, Jo Börnemann.
Zittend (van links naar rechts):
Toon Kooy, Dick Doets, Jan Asscherman,
Theo Schetters, Wim Addicks
37