De bottertochten waren niet minder sprankelend. Alles wat A.F.Zeewaardig was deed daar aan mee. En dan maar het zeegat uit. Het begon met ferme onschuldige glazen sherry, terwijl men met brouwerij-produkten e.d. de lichamelijke aftakeling snel tegemoet ging. De geestelijke gesteldheid hield het soms lang vol en werd dan in diep-nachtelijke uren ergens in bekende „clubs" pijnlijk verstoord als tenslotte de rekening werd gepresenteerd. Tijdens een eerder gehouden jubileum waren we zelfs vele dagen lang in feestelijke roes, hetgeen een onzer de volgende opmerking ontlokte: „Zeg, voor die enkele zondagmorgen, dat wij thuis komen, wonen wij toch eigen lijk véél te duur!" Of, zoals Lotte Nesenberend pseudoniem „aangetrouwde" eens tegen haar kinderen zei, toen Karei een dag aanzat aan het ontbijt (let u op, twee keer „aan") „Wat zeg je, liefje, wie die meneer is, die aan tafel zit? Dat, mijn lieve kind, is nu je vader." Tussen al die gein door onderhielden we intussen óók nog een VOETBAL- club. Met vele commissies. Een nieuw lid, dat zich al direct overal met de 'Éi, Kampioenschap van Nederland. - Röhrig in de dans om de bal tegen Sportclub Enschede (1 juni 1969). 147

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 155