„Schlagsahne in corpore sano" zoals eens een A.F.C.-er zei, die klaar blijkelijk Galavazi daaromtrent iets had horen zeggen. Of die andere die zei: Daar zijn meer ouwe zuipers dan ouwe artsen. Een troostrijk en psychologisch fijn gezegde! Een of andere zonderling verweet ons, ouderen, wel eens onze „bon mots"; voor ons echter het anker van de geest. Zonder elkaar eens sappig in de maling te nemen, zonder af en toe baarlijke nonsens uit te kramen zou A.F.C. eenvoudig niet kunnen bestaan! Het is prettig te constateren, dat heel veel van onze jongeren deze geest verstaan en continueren. Natuurlijk is er in de tijden wel „iets" veranderd. Wat wilt u? Stoommachines en atoom-raketten, hoepelrokken en mini-mode, toverlantaarn en kleuren televisie om van pilletjes en spuitjes maar te zwijgen. Stonden wij met beleefde gezichten en ingehouden adem vroeger te wach ten tot ons eindelijk óók eens iets werd gevraagd, waarop wij dan netjes antwoord gaven met twee woorden spreken, jochie tegenwoordig zijn de tieners niet zo bevreesd meer. En dat is niet zo'n slecht teken. De jeugd hóórt erbij. Zonder die zo talrijke jeugd zouden onze clubs niet zo rijk en gelukkig zijn. En zolang die wijzigingen zich in dit verband bij A.F.C. in een zekere stijl voltrekken, mag dat een gunstig teken worden genoemd. Een (jeugd)stijlbloempje? Zitten wij te klaverjassen. Komt een heel klein knulletje zeggen: „Meneer, mijn vrindje, mag die lid worden van A.F.C., die keeper van ons ken d'r geen barst van!" Zonder op ons antwoord te wach ten, het A.F.C.-ertje in spe: „Ik wil wel lid worden, maar dan MOET ik in de Valken keepen". Een greep dan ook te doen in het volle verenigingsleven is interessant. Het zou u ervan overtuigen, dat vrijwel iedere A.F.C.-er ergens zijn lid-zijn wel beleeft. Velen op hun eigen wijze, doch allen lopend in het spoor, dat in die 75 jaren werd aangegeven. Dat is o.a. een van de grote krachten, die ons gegeven zijn. Het was steeds onze eigen manier van doen, ons eigen gevoelen, die kleur en licht verleenden aan iedere omgeving, waar wij vertoefden. Of het nu bij een receptie van de burgemeester was of pakweg bij „tante Corrie", de breedgebouwde exploitante van een keldertje met vergunning, midden op de Spaarndammerdijk. 144

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 152