Tot r i d d e r van A. F.C. kunnen zij benoemd worden die minstens een
halve eeuw lid van A.F.C. zijn, de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt en
tevens als speler en/of functionaris een actieve rol hebben gespeeld. Tot
A.F.C.-ridder werden benoemd:
1948
J. C. A. van Ooy
1967
A. J. J. M. van Gessel
1949
J. F. Scheepens t
J. J. F. van Gessel
1958
P. Heimig t
1969
C. E. Alandt
1959
I. H. Galavazi
A. G. Knopper
1963
dr. J. P. Hofstee
Jb. van Nek
S. L. Wit t
J. C. Oost Indië
1964
J. G. Börnemann
M. C. van Trigt Sr.
J. H. Wijnand
De A.F.C.-N o b e I p r ij s werd in 1929 ingesteld door wijlen ons erelid
J. G. M. Bosch, die jaarlijks zijn contributie, die hij als ere-lid niet behoefde
te betalen, ter beschikking stelde om daarvoor een geschenk te kopen, dat
tijdens het jaardiner door de voorzitter wordt uitgereikt aan het lid dat naar
het oordeel van Bestuur en schenker dat jaar bijzonder goed werk voor de
A.F.C. heeft gedaan. Na het overlijden van de initiatiefnemer is de traditie
voortgezet door zijn zoon Hans Bosch.
Sinds de instelling werd de A.F.C.-Nobelprijs aan de volgende leden uit
gereikt:
1929
D. J. Bessem
1934
G. Kromschröder en
1930
N. Neseker en J. Buijs t
E. J. Rood
1931
Ir. W. C. Kohier t en
1935
J. H. Wijnand
F. C. van Dijk t
1936
dr. W. C. Raamsdonk t
1932
I. H. Galavazi en
1937
mr. A. P. J. H. Eijsvogel t
J. J. C. M. Lungen
1938
J. Ch. J. Lungen
1933
A. P. Bos t en W. Brusse
1939
B. P. Bonkink
141