tweede helft stonden wij achter met 03 en het werd zo waar nog gelijk. Toen wist ik al wat de praatjes over het luchthartige A.F.C waard waren: als je het laatste half uur van 03 naar 33 gaat dan heeft zo'n ploeg heus wel inzet. Wim Bouhuis en Rocus Hoogendoorn waren mijn grote steunpilaren. Zij brachten de strijdlust in de ploeg, die daardoor ook de training beter ging volgen. In Cor Kerker als voorzitter Elftal Commissie heeft A.F.C. een geweldige kracht. Hij zet zich voor honderd procent in, de persoonlijke belangen van de spelers wegen bij hem zeer zwaar. Hij weet, hoe hij een jongen uit de put moet halen als die privé moeilijkheden heeft, maar hij kan ook strak de puntjes op de i zetten als er iets mis gaat. Ongeveer op de helft van dat seizoen dacht ik: verdorie, het gaat die ploeg kan kampioen worden. Henne Boskamp, die toen aanvoerder was, heeft een groot aandeel in dit succes gehad want hij smeedde dit elftal tot een hechte vrienden-ploeg, die zich tot het uiterste gaf. Wij zijn niet alleen op techniek eerste klasser geworden, maar zeker ook op enthou- A.F.C. Kampioen eerste Klasse A, 9 juni 1963 na 2O tegen O.S.V. Bovenste rij v.i.n.r.: Henk van Dam, Rolf Leeser (grensr.), Ton v. d. Valk (E. C.), Jan Steensma (vice-voorz.), Ton van Straaten, Henk Teiwes, Jaap Draaisma, Nico van Til, Elbert Tak, Frans Kat, Kees den Braven, Kees Bouwens, Jo Hurwits (Ie penn. m.), jan van Dijk (le secr.) en Gerard van Dijk (trainer). Onderste rij v.i.n.r.: Hubert Briedé (res.), Ben Roode, Simon Kraaipoel, Jos Kemna, Rob Duis, Rob Brouwer, Cor Kerker (E.C.), Fred van Soomeren (2e secr.) en Rocus Hoogendoorn. 114

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 122