in hetzelfde jaar dat het lied „Kom over de dijk" furore maakte, schreef voorzitter Nico Holtzappel in de Schakel, dat elf mannen op woensdag 14 december 1955 de Stichting „Goed Genoeg" hadden opgericht. „Aan Gerard van Nigtevegt" schrijft Holtzappel dan „komt onze zeer bijzondere dank toe voor zijn initiatief en zijn grote motorische drijfkracht. De tafel in zijn huis zal in de A.F.C.-kringen een even legendarische rol gaan spelen als de wasmand in de kelder van Schaf Scheepens. En verder krijgt Jan Scheepstra een pluim in dat artikel omdat hij voor die Stichting en voor het aan te leggen sportpark de naam „Goed Genoeg" had genoemd de naam van die boerderij dus in Watergraafsmeer, waar A.F.C. een halve eeuw voordien haar eerste triomfen had gevierd. De Stichting „Goed Genoeg" A.F.C.A.C.C., A.B.C. en de Sociëteits vereniging waren saamgebracht. Maar zo iets komt toch niet uit de lucht vallen? „Inderdaad is daaraan wel het nodige voorafgegaan" zegt G. Th. van Nigte vegt, die zowel Lid van Verdienste is als Erelid, in 1950 de A.F.C. Nobelprijs won en dus het nodige werk voor de club heeft verzet. „Eigenlijk ligt de eerste „gedachtenflits" in de jaren 1947 en 1948, toen Wim Staats en ik van gedachten wisselden hoe A.F.C. aan een goed clublokaal moest ko men. Wij zwierven toen van hot naar her en wij meenden, dat dit uit moest zijn en dat wij moesten kunnen beschikken over een behoorlijke sociëteit. (Inderdaad, vrienden, er is niets nieuws onder de zon. Denkt u maar even terug aan dat hoofdstuk 1900-1905 en wat Jan van Gessel zegt over 't Rechthuis in Watergraafsmeer). „Nu hadden wij", vervolgt Gerard van Nigtevegt, „ons clubhuis aan de Zuidelijke Wandelweg, maar daar be schikten wij niet over een drankvergunning. Laat men nu niet schrikken van dat woord: drankvergunning. Maar ik ging van het standpunt uit dat de ac tieve sportbeoefening zeker in de topteams ophoudt als men onge veer 35 jaar is. Dan zie je zo vaak dat die leden dan voor de club verloren gaan en dan komt juist de periode, waarin zij op organisatorisch gebied nog zo nuttig werk kunnen doen. Maar dan moeten vooral dus die ouderen over een „club" kunnen beschikken in de Engelse betekenis van het woord waar zij kunnen kaarten, biljart spelen, met de leeftijdsgenoten kunnen praten en een borrel kunnen drinken. In 1952 bleek een vergunning te koop te zijn die door erfenis in handen was gekomen van een ambtenares en dat mocht volgens de toenmalige Drankwet niet. Wij werden het eens over de 106

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 114