elftal had gemaakt, die midden tussen de allerbeste spelers van ons land stond, die hun afgod en vertrouweling was, kende de realiteit als geen ander en pleitte voor beroepsvoetbal. Hij wist, en verklaarde dit luid op, dat onge- veer een kwart van de clubs fraudeerde. Hij stelde dan ook voor, deze elf tallen in te delen in een aparte categorie, die van het betaalde voetbal. Maar er gebeurt nog steeds niets. Ja, toch. Er gebeurt we', wat. De oorlog breekt uit. Heel Nederland sluit zich aaneen, ook op voetbalgebied, en op 1 augustus 1940 verenigen alle voetbal bonden zich met de K.N.V.B. Dan valt de duisternis over ons land, vijf lange jaren lang, en voetbaltwisten wijken voor zaken van hoger belang. Het geharrewar begon weer in 1947, toen een commissie alweer een com missie werd ingesteld om na te gaan of nü naast het amateurvoetbal beroepsvoetbal kon worden ingevoerd. Deze commissie concludeert tot handhaving van het zuivere amateurisme Wien de goden willen verder ven, slaan zij met blindheid. In Amsterdam zouden wij zeggen „wat een gospe" om nog te durven spreken van „zuiver" amateurisme en van „hand haven"! Het gehuichel en bedrog worden gewoon voortgezet. De talloze shamateurs, die even gehoopt hadden dat zij nu open en eerlijk zouden kunnen worden betaald in plaats van stiekum een fooi maar dan wel een heel forse, dat wel te krijgen toegestopt, voelen nu dat sham als een shame. Zij danken er voor en verdwijnen naar buitenlandse profclubs. Ons topvoetbal wordt afgeroomd, ons aanzien daalt zienderogen in het inter nationale milieu. Dan gaat de sportpers zich roeren. Die zag met lede ogen de neergang van ons voetbal aan en pleitte al lang voor invoering van een betaalde categorie. Haar aanvallen worden feller, haar roep om een prof-sectie wordt dringen der. Iedere journalist heeft zijn bureauladen vol gedocumenteerde bewijzen van fraude en van betaling aan spelers. Die bewaren ze als wapen voor de laatste massale aanval, voor de definitieve doorstoot. Het Bondsbestuur weet van geen wijken. „Als er dan toch zoveel stemmen opgaan voor betaald voetbal, laten de verenigingen zich dan zelf uitspreken in hun eigen bondsvergadering" zegt het. Nog niet zo'n slecht idee. In sep tember 1951 komt die vergadering. Daar kan dan eindelijk de zaak gesaneerd worden en een eind gemaakt worden aan de langzamerhand onhoudbaar geworden toestand van schijnheiligheid en huichelarij. En wat denkt U? 98

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1970 | | pagina 106