ring van de sport werd het geleidelijk anders. Uit de recette kon de reis
betaald worden, en de consumpties en desnoods de uitrusting der spelers.
En heel goede spelers, die best een extraatje konden gebruiken, kregen bij
sommige clubs zo'n douceurtje toegestopt.
Hoe snel die ontwikkeling wel ging, blijkt uit het feit dat al in 1911 strafmaat
regelen werden voorgesteld tegen materiële voordelen voor spelers; dat
is al 20 jaar na de oprichting van de Bond! Wij hadden kennelijk ook deze
kant van het Engelse voetbal vlug geleerd. In het Sportblad" van oktober
1920 bijvoorbeeld schreef de bekende scheidsrechter-journalist Groothoff:
„Zal Nederland van deze beweging bevrijd blijven of zullen ook wij ten slotte
voor de drang der omstandigheden moeten zwichten en een soort beroeps
voetbal invoeren? En iets verder: „De Bond zorge ervoor niet door de om
standigheden te worden verrast."
Welnu, de Bond houdt niet erg van verrassingen. De ene commissie na de
andere werd in het leven geroepen om het vraagstuk van de steeds frequen
ter wordende betaling te bestuderen en op te lossen. Er bleek een groot
verschil van mening te bestaan en tot een oplossing kwam het niet. Wij
bleven, als een karrepaard met oogkleppen, voortsjokken langs ons zand
weggetje en zagen niet, of wilden niet zien, dat, om met Zola te spreken:
„Ie professionalisme est en marche et rien ne l'arrêtera." Maar diens brief
heette dan ook „J'accusel".
Het enige wat de Bond deed was de amateursbepalingen verscherpen. Veel
resultaat had dat niet, of liever, het resultaat was vaak een grote onbillijk
heid. Zo hadden wij destijds, ik spreek nu van omstreeks 1916, in ons tweede
een jongen met een ontzettend hard schot. Jan Biere heette hij; zijn vader
was inspecteur van politie van Watergraafsmeer. Ik heb hem eens een
penalty dwars door het net heen zien schieten. Jan Biere nu studeerde voor
middelbaar gymnastiek. En toen hij geslaagd was en ergens een baan als
gymnastiekleraar kon krijgen, ontving hij bericht dat hij nu niet meer mocht
voetballen: hij was professional geworden! Dat vonden wij natuurlijk gruwe
lijk onrechtvaardig, te meer omdat je ook wist, uit de loslippige mond van
de betrokkenen zelf, spelers uit andere clubs, dat zij 's zondagsavonds door
een geheimzinnig personage een envelop thuisgebracht kregen, waarvan de
inhoud varieerde van 20 tot 30 gulden. Dat was in die tijd een groot bedrag
en velen wilden ook wel graag uit die vetpot mee eten.
95