ALl A.F.C. een doelpunt maakt Onthulling van ons monument Wp„ A.F.C., de tanden op elkander Hup A.F.C., vooruit jongens Situatie stijgt tot het kookpunt 25 Refrein JIUP A.F.C., de tanden op elkander Hup A.F.C., vooruit jongens zet door Hup A.F.C., vrees nooit een tegenstander Hup A.F.C., zet em op en scoor. 2. Kun je de jongens zoenen Terwijl je in vuur en gloed geraakt Roep je, Hup Kampioenen! Maar als de lui soms niets gelukt Is de kritiek enorm Dan vloek je, dat er wordt gekrukt Je snuit staat steeds op storm Toch roep je weer vertwijfeld mee Hup A.F.C. Refrein zet door Hup A.F.C., vrees nooit een tegenstander Hup A.F.C., zet em op en scoor. 3. T)E Zondag is steeds voor je club De hele competitie Dan roep je vlijtig hup, hup, hup, Vol vuur en vol ambitie. Je zegt, gaat onze vlag in top: Wat waren wij subliem Maar krijgt ons elftal op zn kop Dan lag het aan het team. Refrein A.F.C., de tanden op elkander Hup A.F.C., vooruit jongens zet door Hup A.F.C., vrees nooit een tegenstander Hup A.F.C., zet em op en scoor. JN al die vreugde vergaten wij hen niet, die voor de vrijheid geval len waren. Reeds op 12 Januari 1946 werd het monument op ons terrein onthuld. Henk Esser herdacht in een ont roerende rede de A.F.C.-ers, die in vijf jaar verschrikking sneuvelden. Weinig konden wij toen bevroeden, dat de lijst van namen op de gedenk steen hiermede niet afgesloten was en dat de ouders, die met zoveel op luchting hun zoons terug hadden uit de B.S., de illegaliteit, de Prinses Irene Brigade, de Koninklijke Mari ne of de Koopvaardij wéér jaren van dagelijkse zorg en spanning tegemoet gingen door de gebeurtenissen in Indië. Bijna twee jaar later moest weer een naam worden gebeiteld in de gedenksteen: die van de veelbelo vende André v. d. Pijl en op 4 Mei 1948 was er een niet-A.F.C.-er onder degenen, die hun schreden naar ons terrein richtten, Lt. ter Zee Jan van Leeuwen, die namens de Koninklijke Marine een laatste groet bracht aan zijn gesneuvelde strijdmakker. Dit alles wisten wij niet in dat da verende jaar 1945'46, toen A.F.C. een elftal op het veld bracht, dat het sterkste was sinds de jaren 1917 1919, toen wij meestreden om het kampioenschap van Nederland. Van een normale competitie was voorlo pig geen sprake. De Spoorwegen de den wat ze konden, om de verbindin gen te herstellen, maar dat kostte tijd. Men begon met een Zondagavond competitie tussen de Amsterdamse tweede klassers. A.F.C. eindigde op de tweede plaats met 8 punten uit 5 wedstrijden en een score van 206. Wij wonnen het populaire Franken- dael-tournooi van D.E.C. en bleven in de, voor de tweede maal in het Olymp. Stadion gespeelde A.R.O.L. Beker-tournooi (ter ere van ons 50- jarig bestaan schreven alle Amster damse eerste klassers in, zodat wij 't publiek aan de Wandelweg niet had den kunnen bergen) ongeslagen. A.F.C.—D.W.S. 1—0 en A.F.C.—de Vole wijekers (toen kampioen van Nederland) 33! Bij het nemen van strafschoppen vielen wij af. Vriend schappelijke wedstrijden bewezen de kracht van A.F.C. De sterke ploeg van de in Amsterdam gelegerde „Se cond Royal Engineers" ging er met 114 aan en de openings-ere- wedstrijd tegen H.B.S. op het her stelde Houtrust in Den Haag werd met 52 gewonnen. De zwoegende Spoorwegen hadden inmiddels een paar lijnen in orde en de weer K. ge worden N.V.B. schreef voorronden voor de bekercompetitie uit. A.F.C. kwam, zag en overwon. V.S.V. werd met 61 geklopt en Z.V.V. met 72. De hele club leefde in een roes en toen de Spoorwegen na maanden lang geploeter steeds meer lijnen vrij gaven, durfde de K.N.V.B. een echte competitie uit te schrijven. A.F.C. begon deze competitie in 'n grenzeloos optimistische sfeer na vier wedstrijden stonden wij met 2 punten op de onderste plaats Daarna werd eens gewonnen, een keer gelijk gespeeld en toen voltrok zich een wonderElf vrienden, onder aanvoering van Gerrie Stallmann, gingen nu eens echt voetballen. Die ploeg heeft het bestaan, in veertien wedstrijden ongeslagen te blijven (dertien achtereen volgende overwin ningen en een gelijk spel). Waar schijnlijk een record in de voetbal historie der eerste of tweede klasse. Eind Mei 1946 was de situatie tot een kookpunt gestegen. De grote Koogse K.F.C. had het hele seizoen de leiding gehad, doch was steeds meer van haar voorsprong kwijt ge raakt, gebiologeerd door de successen van A.F.C. Op 26 Mei 1946 moest gespeeld worden A.F.C.K.F.C. Het was de laatste wedstrijd voor K.F.C., de één na laatste voor ons. Bij een gelijkspel was K.F.C. kam pioen, als wij wonnen en de laatste wedstrijd tegen W.F.C. ook wonnen, zou er over gespeeld moeten worden tussen A.F.C. en K.F.C. Wat je noemt: een kans van een kans op een kans. Maar Amsterdam was helemaal gek geworden van die wedstrijd. De dijk tegenover ons veld zag zwart van de mensen. Op de Wandelweg werd vijf en twintig gulden aan opkopers betaald voor 'n plaats (ook een zij het onplezierig record!). Die wedstrijd is wel de beroemdste geworden in onze historie en daarom ben ik zo vrij, het verslag van deze ontmoeting, dat enkele dagen later in de Schakel verscheen hier op te nemen. Het is het enige verslag van een voetbalwedstrijd in een uitgave, die over 60 jaar voetbal verschijnt, dus dat mag dan wel even.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1955 | | pagina 31