T?EN uur per jaar zijn er getrouwen,
Met wat bloemen voor de steen,
Er zijn dan maar weinig getrouwen,
Debacle en Redding
Ja, we hebben geen dorst
I.
11
tl
18 jaar.
JK kwam voor het eerst met een meisje
De haren helblond, de ogen lichtblauw
Ik kocht 'r in vervoering een ijsje.
Dat was er de liefdesdauw.
Ze staarde verschrikt naar het achtste,
Waarin ik te spillen stond,
Maar had ik een bal, dan lachte ze;
Dat stak in mijn liefde de lont.
Mijn kunnen bereikte het vierde,
Het meisje was van de baan.
Wat goot het die dag en het gierde,
Zodat ik linksbuiten mocht staan.
Aan de Wandelweg liggen drie velden,
Hoofdzakelijk modder en gras,
Linksbuiten speelde ik zelden,
Hoewel ik tweebenig was.
4 Mei.
Want het is ook zo,n end van lijn één.
Men vergeet, en gaat lachende verder
En gooit er een kaartje neer.
Ach, breng je het schuchter te berde,
Dan vraagt men: Wie was hij ook weer?
Aan de Wandelweg liggen drie velden,
Daar voelen wij ons allen thuis,
Die velden vervelen ons zelden,
Ze zijn er ons tweede tehuis
I^ÏAAR „il faut juger les faits après
leur date" en in het laatste cou
plet heeft Holtzappel destijds, wel
licht onbewust, gevoeld de komende
débacle van de club van het ge
zellige Watergraafsmeer naar de on
herbergzame Zuidelijke Wandelweg
die toen de Tweede Wandelweg was.
De eerste liep vlak naast, wat nu de
Tuijll van Serooskerkenweg is. Van
ons veld kon je lijn 16 in de Laires-
sestraat zien rijden. Wij kenden
„Plan Zuid" niet, zoals het toen heet
te en Plan Zuid kende A.F.C. niet.
Twee jaar na de verhuizing was de
débacle een feit. Ik mag hier bij
een herdenking van het 60 jarig be
staan even dieper op ingaan, om
dat ik nog altijd overtuigd ben, dat
het huidige A.F.C. zijn aanzien en
betekenis te danken heeft aan hetgeen
in die donkerste dagen uit onze his
torie werd voorbereid en gepresteerd
en niet aan de successen van vóór
1920.
In 1922/23 dan was de situatie als
volgt: A.F.C. I was tweemaal achter
een gedegradeerd en kwam in een
tweede klasse, die men nu zou ver
gelijken met de vierde. De club
„stond aan het hoofd" van bijna
f 60.000,— schuld 40.000,—
Obligatie-lening, 10.000,aan le
veranciers, 4.800,eerste hypo
theek en een beetje diversen) had 6
elftallen en net aan één adspiranten-
elftal, in totaal nog geen 200 leden.
De recettes van het eerste elftal lie
pen terug tot 700,per jaar.
Als ge vraagt, hoe het in vredes
naam mogelijk geweest is, dat A.F.C.
is blijven bestaan, dan geloof ik, dat
de eigenlijke reden is, dat wij Hol
landers niet de fantasie kunnen op
brengen, om iets echt erg te vinden.
Dit gebrek aan fantasie kan een na
tionale karakterfout zijn, maar is een
onbetaalbaar activum in barre tijden.
Op veel hoger niveau hebben wij dat
ook beleefd in de jaren 19401943,
toen wij toch eigenlijk 50 achter
stonden tegen de Duitsers en de Jap
pen en iedereen aan iedereen wist
te vertellen, dat het „goed ging". Wij
schijnen nooit te kunnen indenken,
dat iets zal gaan gebeuren, dat bui
ten de lijn van ons denken ligt. „Hol
land een Duitse provincie? Man laten
ze ophouden dat kan toch niet."
In 1953: „Goeree en Overflakkee
weg? Nou zeg, heb je die vent van
de Rijkswaterstaat voor de radio ge
hoord? Geen vierkante meter geven
ze cadeau. Laat die jongens maar
gaan, die kennen hun vak."
Tegen iedere redenering in mist de
Hollander de fantasie om iets voor
denkbaar te houden, dat hij ergens
niet kan aanvaarden. A.F.C. weg?
Zo maar gewoon weg? Neen,
geen bestuurslid, geen speler heeft
zich dat, ondanks de wanhopige si
tuatie in de club, toen kunnen voor
stellen. Dus alleen maar dus!
werd besloten
a. een trainingsfonds op te richten
fop één avond f 1.400,con
tant gestort, zo iets als nu
f 5.000,—).
b. A.C.C. op te richten (band des
zomers aanhouden).
c. A.R.O.L.-beker op te richten
nuttige oefenwedstrijden voor
ons eerste).
d. A.F.C.-Schakel op te richten
(band tussen de leden verster
ken).
Nu weten wij, dat al deze initiatie
ven de Vereniging gered hebben. Hoe
dachten onze dichters er in die
zwarte tijd over? Naar hun geaard
heid: gevoelig of studentikoos humo
ristisch.
Wel, A.F.C. ging echt trainen, dat
leek nu wel nodig en prompt kwam
op de melodie van het toen populaire
„Yes, we have no banana's" het vol
gende lied op de clubkroeg „Eg-
Ql' de hoek der Weimarlaan
Staat een klein café.
Ziet men n lid naar binnen gaan
Denkt dan, hij drinkt thee.
Alcohol schenkt men daar niet
Dat's slecht voor het spel
Dat bewijzen zoals U ziet
De resultaten wel:
Ja, we hebben geen dorst meer
We hebben geen dorst meer vandaag
't Is Catz en 't is witvis
t Is bier dat wat flauw is
t Is Voorburg en Angustora
't Is zo een lekker grocje
Welk lid lust nu geen slokje
Maar ja, ze hebben geen dorst meer
Ze hebben geen dorst meer vandaag.