haalde teleurstellingen ontrouw begon te worden. De drukte aan onze loketten ver
plaatste zich naar onze buurvrouw Ajax, die beter op haar tellen had gepast en er
in geslaagd was, Hercules uit de eerste klasse te verdringen, terwijl een gedeelte van
het publiek zijn sympathie verpandde aan Blauw-Wit, dat in die jaren eveneens
sterk naar voren kwam. Onze positie als leidende vereeniging in Amsterdam raakten
wij kwijt.
Maar zoo het publiek meende, dat de „Gouden Eeuw" voor A.F.C. tot het verleden
behoorde, hoe sterk was die club in wezen gebleven. Het is fout, de publieke opinie
te deelen, dat een vereeniging alleen maar beoordeeld moet worden naar de pres
taties van het eerste elftal er zijn nog vele andere factoren, die de kracht van een
club bepalen.
Op 10 October 1909 werd het nieuwe clubhuis feestelijk geopend; 19091910 bracht
de promotie van het tweede elftal naar de reserve eerste klasse. Het volgende team
kon het tot zijn onvergankelijke glorie rekenen voor het eerst in de geschiedenis van
het Nederlandsche voetbal een tweede elftal van een tweede klasser in de reserve
eerste klasse gebracht te hebben. Blanken, Euwe en Kick Klomp, Nic. Scheepens,
Kaales, Dirk Ouwehand, van Overeem, Paul Welsch, Jaap Fischer en Kunst.
In de jaren 19091912 noodigden wij sterke buitenlandsche clubs uit: Bolton Wan
derers, de London Caledonians, Borussia en de Racing Club de Bruxelles kwamen op
„Goed Genoeg en deze wedstrijden waren in de betreffende seizoenen even zoo
vele hoogtepunten.
In 1911—1912 promoveerde het derde elftal naar den N.V.B. Een groot organisato
risch en sportief succes, dat in 1912—1913 overtroffen werd door een der schoonste
wapenfeiten in onze geschiedenis: het kampioenschap der reserve le klasse, behaald
door A.F.C. II. Daarmede was de kroon gezet op een unieken staat van dienst, die
door geen tweede elftal in Nederland overtroffen is. In acht jaar tijd bracht het tweede
elftal het van 2e klasse A.V.B. tot kampioen reserve eerste klasse N.V.B.
Dat Kampioensseizoen is door een der prominente spelers uit dat elftal, Sijmen Wit,
op pakkende wijze beschreven in het feestnummer van de „Schakel" dat in Juni 1927
werd uitgegeven, toen het tweede, na tot de reserve derde klasse te zijn afgezakt, in
één „Rush" het reserve eerste klasseschap heroverde:
„Dat tweede telde toen tal van prima spelers, die eigenlijk alleen (zooals dit gewoon
lijk gaat) niet in het eerste speelden, omdat ze daar nog betere spelers hadden of
tenminste dachten te hebben. Als keeper hadden we Hofstee en later Lütger, terwijl
ook Jan Buys nog enkele malen zijn assistentie tusschen de palen verleende. Nico
Gerth en Wit vormden het bockstel. Van Overeem, alias „Kruik" (de captain) bezette
de centerhalfplaats, doch vertrok al spoedig naar Insulinde, en werd zoowel als cap
tain als centerhalf vervangen door Willem Kaales, die zich nog tal van jaren op
die plaats verdienstelijk heeft gemaakt. Als winghalfs hadden we Gudde en Jan de
Groot, terwijl in de voorhoede Grijseels, Leibbrand, De Miranda, Eetje Izaaks en Kik
Klomp de vaste mannen waren. Ook Ben Jobst, en Vooys speelden af en toe mee,
wanneer het eerste ze niet kon gebruiken. Alles tezamen een aardig elftal, doch geen'
team, waarvan men een dergelijke prestatie, als het veroveren van het' kampioen
schap der Reserve Eerste Klasse, verwachtte.
Tot goed begrip der zaak diene, dat de toenmalige Reserve Eerste Klasse aanzienlijk
29