neerd, gewhist enz. enz. Van Seventer deed zich als een geducht billardspeler kennen.
Tegen vijf uur scheidde de gemeente en Parkzicht was weer doodsch als altijd (niet, als
A.F.C. in de hoek zit.)"
Het was die sfeer van saamhoorigheid, die A.F.C. door vele brandingen loodste.
Om na dezen „Seitensprung" dan weer op de geschiedenis terug te komen: Na 1903
voelt men, dat A.F.C. vasten grond onder de voeten krijgt. Ook de voetballerij zelf be
gint zich als het ware te „consolideeren" en de pers nam het spel meer en meer au
serieux. Van den wedstrijd VolhardingA.F.C. om de tweede ronde van Het Gouden
Kruis, die op 29 Februari 1904 gespeeld werd, brachten n.l. niet alleen de toen reeds
bestaande „Sportkroniek" en het „Sportblad" uitvoerige verslagen, maar ook het
„Nieuws van den Dag" en het „Algemeen Handelsblad".
Toch gebeurden er ook toen nog wel eens dingen op de voetbalvelden, die wij thans
onbestaanbaar zouden achten. In 1904/05 werd het seizoen geopend met den wed
strijd A.F.C.E.D.O. Acht minuten voor tijd werd de eenige aanwezige bal over de
sloot getrapt. In overleg met beide captains besloot de scheidsrechter toen maar, den
wedstrijd als geëindigd te beschouwen.
Datzelfde jaar het tiende in onze geschiedenis werd zeer belangrijk. Wij verhuis
den voor de zooveelste maal, thans naar de boerderij „Eykelenhof" aan den Ringdijk
in Watergraafsmeer. De club was snel in aanzien gegroeid, het aantal elftallen was
tot vier gestegen en overal in den lande begon men onze initialen te kennen. Dat jaar
bracht de eerste maal de groote toeren naar Helmond en Zutfen. Een glimlach van
verteederde herinnering begint nu nog de gelaten van oudere A.F.C.-ers te versieren,
als ze de namen „Helmond" en „Zutfen" hooren prevelen.
En ook al geeft de herinnering meestal een gekleurd en geflatteerd beeld van wat
men beleefde die reizen zijn inderdaad begrijpelijkerwijze legendarisch gewor
den. De oude „Pickles" schaam U, o huidige A.F.C.-jeugd: Ge kunt op clubavond
beter die boeken verslinden dan slecht bridgen of valsch miese-mausen brengen van
die ontdekkingsreizen verslagen, die u doen watertanden.
„Het was op den 27sten November van het jaar 1904, dat des morgens bij het
krieken van den dag zich met slaperige oogen veertien menschen in het Weesperpoort-
Station met den looppas in een 3de klas rijtuig begaven van den trein, welke te 7.50
naar het Zuiden zou vertrekken. Moet ik U nog zeggen wie die veertien waren
Om te beginnen natuurlijk: Mof I en II, een paar Klompen, Charley de freehitter, de
reiziger, Schaf I en II, Majoor Kaalkop, de middernachtzendeling, krullebol en de
Vader van het nest. Kortom de haan met zijn 13 kippen.
In den trein (3e klasdan rijd je harder zegt de penningmeester) één
lol, al lol; het gevaar van te laat komen was geweken en de ontspan
nen gelaatstrekken ontplooiden zich in steeds vroolijker stem
ming. Onder zang en dans stelde de trein zich in beweging:
een opfrisschertje van den kastelein werkte als pierenverschrik-
C; kertje goed op de diverse drankorgels en droegen er het hunne toe bij,
om de lange reis naar Helmond te doen omvliegen. Ook Mof I
zorgde voor het verslaan van den dorst, door het standpunt
„pappen en nathouden" flink hoog te houden. De aankomst
in Helmond was in één woord wonderbaarlijk; de vroolijke
- 19