zoo kunnen doorgaan maar mijn verhaal zou eentonig worden en ik zal mij bepalen
tot dat moment op het groene veld, dat mij het meest is bijgebleven. Het zal wellicht
bevreemden, dat dit niet plaats vond tijdens een van de topprestaties van onze club
al vergeet ik b.v. ook nooit den wedstrijd tegen Ajax om het kampioenschap van
Nederland maar mijn „moment" vond plaats op een miezerigen Zondagmiddag op
het veld van onze oude tegenstandster Zeeburgia. De positie van A.F.C. op de rang
lijst was meer dan précair. Als we... den wedstrijd tegen Zeeburgia wonnen en als
we... een protest toegewezen kregen dan, schrik niet lezer, zouden we het voorrecht
hebben om met nog eenige andere candidaten te mogen spelen om... de laatste
plaats.
Ons elftal deed wat het kon, met Lungen als gangmaker, maar ondanks dat is de
stand tot kort voor het einde gelijk, terwijl er gewonnen moet worden. De spanning
bij de A.F.C.-supporters langs het lijntje is niet te beschrijven. Ik zelf bevind mij achter
de A.F.C.-goal en plotseling zie ik, uit een kluwen van zich in de modder wente
lende spelers, ongeveer in het strafschopgebied bij onze goal, Charles met (dit mag
ik nu wel bekennen) handen en voeten den bal vrij maken. Dan een bliksemsnelle rush
op het Zeeburgia-doel. Een flitsend schot en de wedstrijd is gewonnen. Dan volgt een
moment van, ik zou haast zeggen, aan waanzin grenzende vreugde bij de A.F.C.-
getrouwen. Na een schorren vreugdekreet en een, ondanks mijn toen nog weelderige
embonpoint, fantastisch hoogen sprong van vreugde in de lucht, vind ik mij als gedegen
hoofdambtenaar en huisvader terug omarmd door een eveneens springende mede
supporter, naar ik meen, was het de geachte samensteller van dit gedenkboek.
Is het niet zonderling, dat men zich zelfs op rijperen leeftijd zoo kan laten gaan, om
dat er een bal tusschen een paar palen wordt geschopt. Voor buitenstaanders wel
licht wel, maar niet voor de A.F.C.-'ers, die weten, dat juist door dit eene doeltref
fende schot de positie van je club gered kon worden en haar bestaan niet aan het
wankelen zou worden gebracht door een mogelijke degradatie naar een lagere
klasse.
Het bestaan van onze vereeniging, daar ging het om. Want, al moge het dan ook
de voetbal zijn die ons samenbracht, in den loop der jaren heeft de A.F.C. voor ons
oude insiders veel meer waarde gekregen dan een sportvereeniging zonder meer.
Vriendschap, gemoedelijke omgang, wederzijdsche hulp, waar het noodig is, dat zijn
slechts enkele der vele onschatbare dingen, welke de A.F.C. ons in ons leven heeft
gegeven.
En wanneer ik me dan bezin, hoe het mogelijk was dat deze echte A.F.C.-sfeer werd
geschapen en zich door de jaren heen kon handhaven, dan komt in mijn herinnering
de figuur van onzen veel te vroeg heengeganen „Oude Schaf", den man dien ik
beschouw als de grondlegger van deze sfeer, als den man aan wien A.F.C. juist
daardoor zoo onnoemelijk veel te danken heeft.
De figuur van onzen ouden Voorzitter en Eere-Voorzitter zal voor mij dan ook steeds
de kostbaarste A.F.C.-herinnering blijven.
H. R. BALK.
192