na twee jaar bestaan twee belangrijke besluiten genomen. Het Bestuur stelde, „naar
aanleiding van de in het afgeloopen jaar dikwijls zeer willekeurige en uiteénloo-
pende kleeding der leden voor, die ten minste voor H.H. deelnemers aan een match
bij de wet te bepalen". (Notulen A.V. 12 Sept. 1897). Er waren drie plannen voor het
officieele shirt; met 7 van de 12 stemmen werd gekozen: een zwarte trui met de let
ters A.F.C. in het rood op de borst.
Verder stelde het bestuur voor om in te schrijven voor de competitie van den Amster-
damschen Voetbalbond. Uit de vergadering werd toen het bezwaar naar voren ge
bracht, dat A.F.C. dan vier thuiswedstrijden te spelen zou krijgen, die op het terrein
van „Volharding gespeeld zouden moeten worden, omdat ons eigen terrein door
den A.V.B. nooit zou worden goedgekeurd.
Dat spelen op Volharding-terrein zou dan 4 X ƒ5— 20— kosten en dat kon
Bruintje niet trekken.
Het Bestuur kreeg toestemming, eventueel een hoofdelijken omslag te heffen, als dat
noodig zou blijken te zijn en de inschrijving voor de 2e klasse A.V.B. ging in zee. Hoe
buitengewoon serieus de tweejarige A.F.C. dit uitkomen in de competitie beschouwde,
wordt wel geïllustreerd door het feit, dat rooken op het veld verboden werd en dat
f 1- boete geheven zou worden, indien een speler of een invaller zonder bericht van
verhindering wegbleef.
III. IN DEN A.V.B.
Met goeden moed ging de jonge A.F.C. c'e competitie in met: Milo, Ankersmit en van
Dam, Odink, Brass, Schaf Scheepens, Odink, Wolfrat, v. d. Linden, Krüseman en van
Eist, doch het resultaat bracht een diepe teleurstelling. Met 3 punten uit twaalf wedstrij
den en een doelsaldo van 969 werd de competitie besloten. Indien men onzen
eersten officieelen competitiestand beziet M dan is het overigens typisch, dat A.F.C.,
dat zoo bar slecht eindigde, de eenige club is in die afdeeling, die den strijd om het
bestaan heeft weten vol te houden. A.V.V., Swift, Volharding, E.D.O. (Amsterdam)
en Quick (Amsterdam) zijn allen van het voetbaltapijt verdwenen. Maardat wist
men toen nog niet en de teleurstelling over het gebeurde was groot. En wel zóó, dat
in de algemeene vergadering van 1898 dooreen der leden voorgesteld werd, „daar
de A.F.C. zich belachelijk gemaakt had, den naam te veranderen 1"
Hein Brass, toen eerste secretaris, was hoogelijk verontwaardigd, maar... het voorstel,
om tot naamsverandering over te gaan, werd zoowaar in stemming gebracht en
slechts met 75 stemmen verworpen.
Vier van de tegenstemmers hebben wij in oude papieren kunnen opsporen, aan Brass,
Horsting, Bernhard en Swaab o.a. hebben wij het te danken, dat wij nu het 50-jarig
bestaan van de A.F.C. kunnen herdenken. Dit kwartet was in die gedenkwaardige
algemeene vergadering van April 1898 toch best op dreef, want het wist te verhinde
0 De volledige competitiestanden van A.F.C. I zijn in de bijlagen opgenomen. Waar
dus in ons verhaal sprake is van een competitiestand kan men de volledige gegevens
in de betrokken bijlage vinden.
15