HERINNERINGEN „HET TWEEDE" uit Welk een reeks van prettige herinneringen trekt er aan mijn geest voorbij, wanneer ik terugdenk aan de jaren, dat ik de kleuren van de A.F.C. mocht hoog houden. Ik ga daarvoor terug naar het jaar 1904, toen de A.F.C. over zoo weinig leden be schikte, dat zij met moeite één elftal op de been kon brengen en dat wij met een jongensclubje uit het Linnaeusparkkwartier en bloc in de vereeniging werden opge nomen. Wat waren wij er trots op, in de fonkelnieuwe roode blouses te mogen voet ballen op een terrein achter Frankendaal, met echte doelpalen en netten er achter. Wat waren wij verheerlijkt, dat wij als adspiranten ook op het feest ter ge legenheid van het 10-jarig bestaan, dat in het Rechthuis werd gegeven, mochten komen. Er werd al spoedig met een 2e elftal in de 2e Klasse van den A.V.B. ingeschreven. Dit elftal werd al direct kampioen en promoveerde naar de le klasse van dezen bond. Toen kwam er een groote toevloed van jonge leden uit de ontbonden ver- eenigingen U.V.C. en Oosterpark en er trad een bloeitijd voor de A.F.C. in. Verschil lende spelers van deze vereeniging zooals Tognerie, van Gessel en Blanken kwamen dadelijk in het eerste elftal, met als gevolg dat het afdeelingskampioenschap van de 2e Klasse N.V.B. werd behaald. Helaas werd A.F.C. dat jaar uitgesloten van de promotiewedstrijden. Zelf bleef ik in de lagere klassen spelen, maar heb toch in 19121913 in het 2e elftal een seizoen medegemaakt, dat een unicum in de geschiedenis van de A.F.C. en in die van het Nederlandsche voetbal is gebleven. Het 2e elftal van A.F.C. had zich door de promotiewedstrijden weten op te werken tot de reserve le Klasse, welke klasse destijds ongeveer even sterk was als de 2e klasse van den N.V.B. Als merkwaardigheid vermeld ik hierbij, dat het bestuur van den N.V.B. eerst geweigerd had ons 2e elftal in de reserve le klasse toe te laten, daar ons le elftal 2e klasser was, doch de Algemeene Vergadering van de N.V.B. besliste, dat ons tweede op het groene veld het reserve le klasseschap verdiend had en liet dit elftal toch toe. Als klap op de vuurpijl slaagde A.F.C. II er in, in het seizoen 19121913 het kam pioenschap van de reserve le klasse te behalen in een groote competitie van 12 elf tallen, waarvan er 11 reserve-elftallen waren van le klassers. Welk een herinneringen aan die 22 wedstrijden, waarvan wij er 15 wonnen, 5 verloren en 3 gelijk speelden. In die jaren was het niet zoo gemakkelijk om zoo'n 2e elftal bij verre reizen com pleet te doen verschijnen. Ik herinner mij nog, dat wij in Breda, met 10 man spelend, met 2 1 verloren van Velocitas II. Verder stonden wij aan den Schoterweg tegen Haarlem II met 8 man en Jan Prent als grensrechter. Deze werd evenals de enthou siaste toeschouwer P. Simons in geleende voetbalplunje gestoken en het gelukte ons, op onze gevaarlijkste concurrent, met dit 10-tal een 10 overwinning te bevechten. 114

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1945 | | pagina 140