DE A.F.C.-SCHAKEL Indien het spreekwoord „Gelukkige menschen hebben geen historie" waarheid bevat, dan is de geschiedenis van ons club blad gauw verteld. Het was in een van de moeilijkste perioden, dat het plan rijpte tot het oprichten van een clubblad. Vóórdien kende men de beroemde A.F.C.-mixed pickles, waarin het wel en wee van de club bijgehouden werd en, zooals het goede pickles betaamt, waren zij weieens zeer gepeperd! Zaterdagsavonds op de clubavond kwamen de verschillende penneridders en dan werden artikelen door de schrijvers in het boek der Pickles geplakt. Hoe fel kwam de verontwaardiging over mistoestanden naar voren; hoe brandden deze vaak haastig neergekrabbelde pennevruchten van clubliefde! Nu rusten die pickle-boeken in een kist op clubavond, doch zelden ziet men iemand zich verdiepen in deze nu vergeelde bladzijden, die zulk een prachtige „vie romancée" van A.F.C. vormden. Doch de Pickles hadden één nadeel en dat was n.l. dat alleen zij, die den clubavond bezochtten, kennis konden nemen van die bijdragen. Maar de veleh, die daar niet kwamen, of die er niet konden komen, omdat ze Amsterdam verlaten hadden en ergens in de country of in Indië trachtten carrière te maken en hun heimwee naar Amsterdam en A.F.C. trachtten te overwinnen, zij ontbeerden ieder contact met de oude club. Vandaar dat men in 1922 als een der maatregelen, die A.F.C. konden doen herstellen en het contact tusschen de leden zouden doen versterken, besloot tot het uitgeven van een clubblad. Een naam was gauw gevonden: het blad moest worden tot een schakel tusschen de leden, dus werd het gedoopt: De A.F.C.-Schakel. Toon van Seventer zou het blad uitgeven en voorloopig de finantieele risico's persoonlijk dragen. Het was niet de eenige keer, dat Toon uit zijn eigen zak zou bijspringen. Toen veel latei, in 1930, bij het 35-jarig bestaan overgegaan werd tot het uitgeven van een jubileumnummer, was het weer van Seventer, die deze uitgave mogelijk maakte. De A.F.C.-Schakel had onmiddellijk succes. Hein Brass was de eerste redacteur en hij gaf al direct aan het blad het cachet, dat zijn opvolgers hebben getracht te bewaren. Een cachet van volkomen betrouw baarheid en van volkomen objectiviteit. Persoonlijke aanvallen werden nooit opgenomen, partijdige wed strijdverslagen nog minder en het mooiste criterium voor de bijna 13-jarige Schakel is wel, dat nog nooit iemand, wie dan ook, zich beleedigd heeft kunnen voelen door een uitlating in ons clubblad. In tegenstelling met vrijwel alle andere vereenigingen in ons land, heeft men altijd zijn heil gezocht in een éénhoofdige redactie. Bezwaren heeft dit, naar ik meen, nooit gehad. De enkele malen, dat de redactie in twijfel was over het wel of niet plaatsen van een bijdrage, was één telefoontje met voorzitter of secretaris steeds voldoende, om in volkomen harmonie tot een besluit te komen. Steeds hebben we het geluk gehad over uitstekende medewerkers te beschikken. In den aanvang waren het vooral Sijmen Wit en Nico Holtzappel, die in een gelukkige combinatie van proza en poëzie het blad op hoog peil brachten. Later was het onze diepbetreurde Piet Vermeulen, die onder het pseudoniem „Man van de Tribune" artikelen schreef, die slechts vergeleken konden worden met de legendarische „Meei- maren" van Lakkie. Toen kwamen „Eppals" (Willy Brusse) en „Speler (Jaap van Nek) naar voren en wisten mede van de jongeren „Augustora Jr." (Nic. Selles) en „Bebé (Dick Bessem) met hun uitstekende Nieuw- jaarswenschen aller aandacht, ook buiten onze vereeniging, te trekken. De laatste jaren geniet de Schakel naar buiten veel authoriteit door de uitstekende en degelijke hoofdartikelen van onzen voorzitter, die in zijn in de sportpers vaak aangehaalde artikelen naast interne clubaangelegenheden ook onderwerpen behandelt, die de geheele voetbalwereld betreffen. Van de jongste generatie deden vooral N. Eversharp (Wim Staats) en „Aangetrouwde" de eenige vrouwelijke medewerker, die we ooit gehad hebben van zich spreken. De cricketrubriek werd uitstekend verzorgd, eerst iloor Piet Lindner, daarna door Arnold Eijsvogel, tot in 193-i de A.C.C. een eigen orgaan kreeg: „Bond de A.C.C.-Pitch", dat zich onder de enthousiaste redactie van „Eijs" al spoedig naam verwierf door zijn uiterst snelle berichtgeving. Een bron van voortdurende zorg was de financiering van ons blad. Als men hoort, welke bedragen andere clubs aan hun clubblad ten koste leggen, dan mogen we er met voldoening op wijzen, dat de A.F.C.-Schakel vrijwel steeds buiten bezwaar van de clubkas werd uitgegeven. Dit was voornamelijk te danken aan het actief werken van onze administrateurs, welk ondankbaar en tijdroovend baantje steeds werd waargenomen door onze 2de penningmeesters. Hier mag vooral gememoreerd worden het werk van Jaap van Nek, doch ook zijn opvolger Jan Bosch bleek al dadelijk een zeer concentieus functionaris. De Schakel is een van de weinige onderwerpen in A.F.C., waarover nooit „deining" geweest is. Men apprecieerde over het algemeen ons blad, omdat het naar buiten blijk gaf van de organisatorische klacht en de correcte sportieve opvattingen van A.F.C. Doch de medewerking onzer leden en dit ernstige woord mag zeker in dit herdenkingsstukje niet achterwege blijven kon véél en véél grooter zijn. Men voelt voor ons blad, getuige de sympathieke wijze, waarop de algemeene vergadering Esser's voorstel van in verband met deze uitgave een kleine hoofdelijke omslag te heffen, begroette. Doch naast passieve welwillendheid zag ik zoo graag actief medeleven, opdat steeds waar zal blijven, wat Nic. Holtzappel in het eerste nummer schreef: Dit is de Schakel, die komt binden, De oude club aan d'oude vrinden, J- W. De vrinden van de A.F.C. 31

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1935 | | pagina 35