Herstel treedt in
z.v.v.
A.F.C. II weer Reserve 1e Klasse
18
„loopgraaf opgeven: ons tweede degradeerde naar de reserve 3e klasse, zoodat onze lagere N.V.B.-elftallen
nu in de laagste afdeeling van den Bond speelden.
Het 30-jarig bestaan werd op zeer opgewekte wijze gevierd en Schaf werd ter gelegenheid hiervan offi
cieel gehuldigd en door den Bond wegens zijn groote verdiensten niet alleen voor A.F.C. maar ook voor de
voetballerij in 'net algemeen, tot Bondsridder benoemd. Dat jaar legde Schaf zijn voorzittershamer neer; de
algemeene vergadering benoemde hem onder daverend applaus tot Eere-Voorzitter.
De zon, die voor A.F.C. al die jaren zich hardnekkig achter de wolken schuil gehouden had, begon deze
geleidelijk met een zilver randje te belichten. Een herstel had zich eigenlijk al aangekondigd daar de resul
taten van de jongere elftallen geleidelijk aan beter waren geworden. Verschillende spelers waren opgekweekt
en konden in het eerste opgenomen worden; namen als Knopper, Lungen en Wolters kwamen naar voren en
zij werden gegroepeerd rond de oude kern met Piet Bos als aanvoerder.
Daarbij kwam, dat we de klap van de verhuizing geleidelijk te boven kwamen. Zooals A.F.C. eenmaal
„de" club 111 Watergraafsmeer was, zoo werd zij nu „de" club van Amsterdam-Zuid. Dit stadsgedeelte
breidde zich op indrukwekkende wijze uit en leverde alras een aardig contingent aan donateurs en aan
supporters, maar vooral jongere leden, waarop wij in de toekomst konden rekenen.
In November 1925 brak zich een herstel baan voor het 2de en 3de elftal, dat alras sensationeele afme
tingen aannam. Ten slotte werden beide elftallen kampioen en wonnen tevens hun promotiewedstrijden.
Groot was de teleurstelling, toen de Bond bekend maakte, dat het 3de elftal niet kon promoveeren.
Het Bestuur protesteerde en smaakte na langdurige onderhandelingen het genoegen, zijn zienswijze door den
Bond te zien gebillijkt.
Men kan begrijpen, dat deze dubbele promo
tie geweldig enthousiasme ontketende vooral
bij hen, die alles gedaan hadden om het getij
te doen keeren. Een kostelijke boottocht naar
Hoorn werd georganiseerd, die ondanks bar
slecht weer, een daverend succes werd en
waarbij o ironie van het lot! „ausgerech-
net de beide aanvoerders van de promovee-
rende elftallen zeeziek waren als kraaien
Het eerste deed het ook niet onaardig en
eindigde als volgt:
Hilversum
18
16
1
1
33
68—16
18
11
2
5
24
51—33
Hercules
18
8
6
4
22
40—29
V.V.A.
18
9
3
6
21
5645
A.F.C.
18
8
1
9
17
46—42
H.V.C.
18
6
3
9
15
38—48
Donar
18
5
3
10
13
36—43
Kampong
18
4
5
9
13
36—71
Voorwaarts
18
4
4
10
12
19—49
D.O.S.
18
4
2
10
10
3645
Zeer groot was het succes in den N.V.B.-beker, waarvoor we o.a. H.B.S. in het Stadion klopten. T
moesten we de vlag strijken voor S.V.V.
1926 192? werd een prachtjaar. Voor het eerst speelde het eerste elftal weer een groote rol
competitie. De strijd ging tegen D.E.C., welke strijd de Watergraafsmeerders wonnen toen ze ons
Kruislaan met 6—3 klopten, nadat A.F.C. met 3—0 had voorgestaan. De eindstand luidde:
'enslotte
in de
aan de
Doch niet alleen het eerste team, ook de
andere elftallen hielden zich kranig. In Janu
ari 1927 stond het eerste op de tweede plaats,
het tweede op de 1ste, het 3de op de 2de, het
vierde op de 1ste, het vijfde op de 1ste, het 6de
op de 4de, de adspiranten op de 2de plaats.
De belangstelling voor de verrichtingen van
het tweede elftal was minstens zoo groot als
voor die van het eerste.
D.E.C.
18
15
2
1
32
64—25
A.F.C.
18
12
2
4
26
7137
Velox
18
10
3
5
23
52—23
H.V.C.
18
11
1
6
23
41—30
Hercules
18
8
3
7
19
50—36
W.F.C.
18
8
3
7
19
34—34
Z.V.V.
18
5
4
9
14
33—49
Voorwaarts
18
5
1
2
11
29—49
Donar
18
3
4
11
10
29—59
Kampong
18
3
15
3
16—79
Het lukte! Weer werd A.F.C. II kampioen en in spannende promotiewedstrijden met.... A.F.C. III, dat
No. 2 was geworden in de reserve 2e klasse en aan de promotiewedstrijden kon deelnemen en met Rapiditas
II bleef ons tweede' overwinnaar. A.F.C. II was weer reserve 1ste klasse, A.F.C. III was reserve 2e klasse, in
14 maanden tijd was het verloren terrein heroverd!
Vermelding verdient nog, dat de score van het eerste (71 goals) de hoogste was, die ooit door A.F.C. I
werd behaald. Charles Lungen, die dat seizoen voor het eerst regelmatig in het eerste gespeeld had, was met
23 goals topscorer!
A.F.C. maakte zich, onder leiding van voorzitter Galavazi, gereed om, nu het tweede en het derde