niet bij mooie woorden blijven, dat is zoo kinderachtig, DOEN is veel beter. Mis schien krijgen wij weer eens wat spelers die de juiste mentaliteit en capaciteiten bezitten om ons althans een GOEDE 2e klasser te maken. Zoo niet, sorry, maar A. F. C. moet en zal blijven bestaan. D. J. BESSEM. DE TOEKOMST AAN DE JEUGD! Hoe vaak hebben we in de laatste jaren bovenstaand gezegde reeds niet gehoord. Hoe dikwijls is hierover in de groote sport bladen en in diverse cluborganen geschreven en hoe dikwijls op verschillende vergaderin gen reeds besproken. Wat bedoelt men eigenlijk met: ,,De toe komst aan de jeugd"? Ik geloof, dat degenen die genoemd ge zegde het meest aanhalen, dit wel allerminst weten. Of zouden zij erop willen wijzen dat men oude spelers door jongeren moet vervangen? Dit lijkt me echter te logisch, dan dat hierop herhaaldelijk moet worden aange drongen. Of wordt soms bedoeld, dat men moet zorgen oudere spelers tijdig door jongeren te vervangen? Wanneer dit zoo is, hebben ze gedeeltelijk gelijk en zouden zelfs geheel gelijk hebben als deze maatregel in alle vereenigingen werd doorgevoerd. Ik ben zelf een groot voorstander van het laten meespelen van jonge, goede spelers in onze hoogere elftallen, maar vraag me ook wel eens af of bij de tegenwoordige speel wijze wel geoorloofd is, of we onze jongens hieraan mogen wagen. Door de „drang naar omhoog" bij de elf tallen met kampioenskansen en de „struggle for life" bij de slechter geplaatsten, wordt tegenwoordig „vrij hard" gespeeld en is ons door de practijk bewezen dat te jonge spelers hiertegen op den duur niet zijn opgewassen. Over het algemeen wordt het meest forsch gespeeld door de oudere spelers, zij ver goeden met kracht wat zij aan techniek en snelheid tekort komen. Wanneer nu in alle clubs deze spelers vervangen werden door jonge, technisch hoogerstaande voetballers, zou bovenge noemd gezegde tot z'n recht komen en blijven komen. Ik ben van meening dat diverse vereeni gingen er zoo over denken, maar de een doet het niet voordat de ander het doet en daarom zal de bestaande situatie wel gehandhaafd blijven. Een oude rot, „die z'n mannetje staat," is tegenwoordig veel meer waard dan een jonge, fijne, maar minder robuste voetballer. Doch zelfs wanneer het „de toekomst aan de jeugd" kon worden doorgevoerd, is dit nog niet in elke vereeniging van toepassing. Wat zouden al de jongelui die tegenwoor dig de H. B.-scholen en Gymnasia bevolken, hier in ons kleine Holland moeten beginnen. De tegenwoordige maatschappelijke toe standen zijn van dien aard, dat zeer vele jonge menschen, die vooruit willen komen, hun heil in Indië moeten zoeken en dus juist op een tijdstip dat zij de kleuren hunner ver eeniging in de hoogere elftallen kunnen gaan verdedigen, voor hun club verloren gaan. Verder zijn er natuurlijk ook velen, die voetbal als een aangenaam tijdverdrijf voor hun jongensjaren beschouwd hebben, doch zoodra zij aan andere wereldsche vermaken (uitgaan, meisjes, enz.) kunnen meedoen, hun „kinder'-sport eraan geven. Wij beschikken gelukkig over een vol doende aantal Junior- en adspirant-leden. Onderstaande photo is van ons adspiran- tenelftal in het seizoen 19211922 en daarbij zijg 3 spelers die momenteel voor het 1ste spelen, een tamelijk hoog percentage dus. Staande v. 1. n. r.: T. Swaab (inv.), E. Rood. Th. Overing, De Bruin (niet „Jan" de Bruyn), Sleeswijk, H. Kappelhoff en Ch. Lungen. Zittend v. 1. n. r.: W. Neseker (inv.), J. Cuypers, J. Salomons, N. Neseker, Hesse en Tienstra. - 41 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 43