KAMPIOEN Ik kan geen woorden vinden; Het zit me tot m'n keel! Ik klets maar in den blinde; Het ishet isté veel!! Ik lijk soms half bezeten En brul m'n blijdschap uit In wonderlijke kreten En kettersch vloekgeluid. Ik kan het niet gelooven, Ik kan er niks aan doen t Gaat m'n verstand te boven: Wijwij zijn kampioen! Wie had dat durven hopen In 't vorige seizoen Dat het nog zóó zou loopen, Dat wij dat zouden doen!! Dat wij na lange jaren Van taaien tegenstand Nog candidaten waren Voor „Kampioen van 't Land"!! Dat zal een fuif nu geven Want na deze ééne keer In A.F.C. haar leven Gebeurt 't niet dikwijls meer. Laten wij dus niet „mieren" Maar nu dit zeldzaam feit Op waard'ge wijze vieren In groote vroolijkheidü! April 1918. NICO. 18 JANUARI 1919. Voor het Mannenkoor: De gilde juicht, de gilde giert! De A.F.C. giert, de A.F.C. gnuift Er wordt vandaag weer braaf gefuifd Want heden zijn we jarig, We zijn nu 24 jaar En altijd nog van zessen klaar Dus proosten we niet karig! De beste borrel smaakt ons fijn Wellustig slobberen we de wijn Op het ouwe A.F.C.-festijn Hoog het glas Hoog het lied Hoog A.F.C. We leven haast een kwart eeuw lang En zijn nog voor geen duivel bang Maar voelen ons nog krachtig. Wie alles zoo heeft meegemaakt, Heeft zoet maar bitter ook gesmaakt, Want bitteren konden we prachtg. Een ouwe Bols smaakt ons kedin Die gaat er als een heipaal in Dan zingen we verheugd van zin: Hoog het glas Hoog het lied Hoog A.F.C. 't Ging wel eens mis, 't ging wel eens raar Maar bij dreigend onheil of gevaar Hield Schaf zijn causerietjes A.F.C. stond dan weer als een muur Doorstond dan het benauwdste uur En dronk weer longavietjes. Mijn hulde aan hem die dit volbracht Aan A.F.C. gaf zijn beste kracht Ja werkte laat tot in den nacht Hulde aan Schaf voor wat hij gaf Lang leve Schaf! Verleden jaar ging alles goed We sloegen elkeen op zijn snoet En werden kampioenen Van blijdschap werden we bijna dol De vreugde sloeg ons naar ons bol En onze voetbalschoenen. Mijn complimenten aan Toon Kooi De hoofdman van die reuzezooi Die speelt nog altijd even mooi, Hulde aan Kooi De oudste boy Van de heele zooi! En worden we weer kampioen Dan zullen we het wel beter doen En laten ons niet kinken. En zijn we 25 jaar Dan spelen we lekker in I-A Komt laat ons daarop klinken! Dan is 't zooals 't wezen moet Dan smaakt de borrel dubbel goed En brullen we met frisschen moed: Hoog het glas Hoog het lied Hoog A.F.C. S. L. W. - 19 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 21