van onze verdediging en Amstel was gered en Spartaan kampioen De misstap kwam niet en A, F. C. was kampioen der le klasse B. We mochten dus mededingen om het kam pioenschap van Nederland, waarvoor A.F.C., Ajax, Go-Ahead, Be Quick en Willem II aan den start verschenen. Eigenlijk gezegd, begon A. F. C. deze competitie het aangenaamst: kans hadden we tóch niet, maar daarentegen hadden we de sympathie van de groote massa, die altijd op de hand van de zwakste is. Onder enorme belangstelling werd de kampioenscompetitie verspeeld; de twee populairste Amsterdamsche Vereenigingen moesten de eer van het Westen ophouden. De belangstelling culumineerde natuurlijk in de wedstrijden A. F. C.Ajax en Ajax A. F. C. die beide een zeer spannend ver loop hadden en door onzen toenmaligen buur beide met de odd-goal (10 en 43) ge wonnen werden. De beroemde match tegen Ajax uit, waar de onzen in de laatste tien minuten van 40 tot 43 inliepen, werd door Hoven in het Sportblad aldus beschreven- Na de rust werd 't spel eenigszins eentonig, want Ajax, nu gerugsteund door den wind was verre in de meerderheid. De verdediging van A. F. C. hield toen echter dapper stand totdat een zeer doortastend moment van Terwee en tenslotte een goed schot van Van Dordt den voorsprong van Ajax tot 40 opvoerde. Ook verder bleef A. F. C. verde digen, slechts sporadisch uitvallen onderne mend, die wel keurig opgezet maar niet krachtig genoeg doorgezet werden. Zoo ging 't kalmpjes door en reeds telde men 40 of 50 dus doelgemiddelde 131 of 141 toen... er iets heel onverwachts gebeurde en we plotseling uit onze genoeglijke overpein zing opgeschrikt werden door een sensationeel einde.. Opeens deed Fons Pelser heel raar, of liever z'n karbonkel deed gekke dingen en zoo kwam de kleine Asscherman plots ongehin derd voor Smit te staan. Deze schrok zich een halve stuip en alsof het dagwerk was plaatste het Asschermannetje 't leer in de touwen. Hoera! riepen allen, ook de Ajax-aanhangers; hoera! dat is leuk, wei-verdiend, een goaltje tegen, ja, ja, veel aardiger voor A. F. C.; zie je, dat houdt er den moed meer in voor 1919 werkelijk leuk! Zoo filosofeerden de spor tieve Ajax-supporters nog, toen datzelfde Asschermannetje al weer via Pelser's steen puist en den daarop op den grond liggenden Smit ten tweede male doelpuntte. Toen was de uitwerking toch anders: een spontaan enthousiasme bij de A. F. C.-aanhangers, angstige verbazing in 't kamp der Ajaxiden. En de Reds speelden in eens als duivels, die voorhoede overdonderde de onthutste Ajax- achterhoede totaal en, waratjes daar depo neerde Zweedijk ook al 'n bal in 't net! 43. De A. F. C.-supporters waren dol van vreug de, den Ajaxiden brak het angstzweet uit. Bijna was de gelijkmaker ook nog ter wereld gekomen, doch Couton verijdelde dezen boozen opzet der roodhemden en tot groote opluchting van alle Ajax-aanhangers kwam het einde, Ajax een magere 43 overwinning brengend. Had de strijd nog een oogenblikje langer geduurd, Ajax zou er in gegaan zijn, want de achterhoede en vooral Fons Pelser en keeper Smit waren er totaal uit, terwijl de aanval der roodhemden dusdanig den smaak te pak ken had, dat er geen houden aan scheen. Dat was krek zoo iets als de heilige 10 minuutjes van Ajax tegen Sparta, waarmede de Meer bewoners het Westelijk kampioenschap be haald hebben. Na afloop was iedereen nog ten zeerstt- verbaasd over die geweldige bevlieging van de A. F. C.-voorhoede en dat even merk waardige falen van de Ajax-achterhoede. 't Was met recht een slot dat pakte! Doch ook de andere wedstrijden mochten er wezen en vooral in het Stadion weerde onze ploeg zich geducht. Tegen Go-Ahead werd een 00 bevochten; Willem II met 21 verslagen. Be-Quick met een 42 nederlaag naar huis gestuurd. Zoo beëindigde A. F. C. deze kampioenscompetitie zeer eer vol met 5 punten, waar iedere voetbalkenner ons 0 punten had toegedacht. De farce van de gelijkwaardigheid tusschen 1 A en 1 B werd inmiddels door den N. V. B. gehandhaafd, ondanks heftig protest van velen die het met het Nederlandsch voetbal goed meenden; Amstel en Dordrecht bijv. bleven voor Den Haag tot dezelfde klasse behooren als Sparta en H. V. V. We mochten dus in 19181919 weer in 1 B starten, hoewel geheel A. F. C. voelde, dat de club in 1 A thuisbehoorde en de gelijk stelling tusschen 1 A en 1 B slechts op papier bestond. Van meet af aan stoomde ons elftal volle kracht en dat wilde in dien tijd heel wat zeg gen; elftal na elftal moest er aan gelooven en om eens in wielrenslang te spreken - 9 A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1930 | | pagina 11